Drie en veertig Roebels
Toen de Chassidische meester Rabbi Zvi Elimelech Spira (bekend als de "Bnei Yissaschar" naar het boek dat hij met die naam schreef) tien jaar oud was, kreeg zijn vader een baan als leraar in een afgelegen stad. De vader van Zvi Elimelech bracht de winter door in een joodse herberg. In die dagen was het normaal dat een leraar zijn gezin van oktober tot april niet zou zien.
Die winter was bijzonder koud. Sneeuwstormen duurden een week. Tijdens een dergelijke storm werd er hard op de deur geklopt. De herbergier opende de deur en vond drie half bevroren Poolse boeren die om een verblijfplaats vroegen. Hij vroeg of ze wel konden betalen en bevond dat hun gezamenlijke middelen niet genoeg waren om zelfs één nacht te blijven. De herbergier sloot de deur voor hen. De leraar was geschokt. Toen hij bij de herbergier klaagde, haalde de herbergier gewoon de schouders op en reageerde: "Wil jij hun uitgaven overnemen?" Tot verrassing van de herbergier ging de leraar hiermee accoord.
De boeren bedankten hun weldoener en verheugden zich op zijn kosten. Die storm was bijzonder hardnekkig en de boeren bleven twee weken in de herberg. Nadat de sneeuw voldoende was weggeruimd om te vertrekken, bedankten ze de leraar overvloedig en vertrokken.
Het Pesachfeest naderde en de vader van Bnei Yissaschar ging zijn rekening betalen. De herbergier dacht dat hij de leraar 40 roebels schuldig was vanwege het leren van zijn kinderen, maar de leraar was hem vanwege de boeren 43 roebels schuldig. De herbergier wenste hem een gelukkig Pesach en zei dat hij de drie roebels na het feest kon betalen.
De leraar wist niet wat te zeggen. Hij nam van zijn werkgever afscheid en vertrok. Hij reisde naar zijn dorp, maar kon er niet toe komen om naar huis te gaan. Hij stopte in één van de lokale synagogen, opende een boek van de Talmud en verdiepte zich in de studie. Inmiddels heeft zijn zoon gehoord dat zijn vader in de stad is en ging naar hem op zoek. Hij vond zijn vader in de synagoge.
De jonge Zvi Elimelech rende naar zijn vader en smeekte met grote emotie zijn vader naar huis te komen. Hij wilde zijn vader zijn nieuwe schoenen en kleding voor Pesach laten zien en alle andere dingen die mamma had gekocht (op krediet). Hierdoor voelde de vader zich alleen maar slechter. Toen ze naar huis gingen, kwam er een wagen door de straten. De straten van dat gehucht waren erg smal en voetgangers werden in de steegjes gedwongen om niet te worden getroffen. Toen de wagen de twee voorbijreed, raakte het een hobbel en viel er een pakje af.
De vader van Bnei Yissaschar pakte het op en begon achter de wagen aan te rennen, maar de koetsier merkte er niets van. De wagen draaide een hoek om en verdween. De vader van Bnei Yissaschar, die geen bijzondere tekens op het pakje zag (volgens de wet van de Tora, kan in een dergelijke situatie worden aangenomen dat de eigenaar niet de intentie had om bij verlies de zaak terug te ontvangen en dat de verloren zaak door de vinder mag worden gehouden) realiseerde zich dat er geen mogelijkheid was voor hem om de eigenaar te achterhalen, opende het pakket. Er zaten precies 43 roebels in.
De nacht van de Seder, kreeg Bnei Yissaschar de taak om de deur te openen voor de profeet Elia. Toen hij de deur opende, riep hij naar zijn vader: 'Vader, de koetsier is hier!' Er was niemand daar. De vader van Bnei Yissaschar trok de jongen opzij en vertelde hem dat hij moest beloven dat hij dit verhaal nooit aan iemand zou vertellen tot de laatste dag van zijn leven.
Dit verhaal werd mij verteld door een rabbi die het van een discipel van de Bnei Yissaschar hoorde, en die het weer direct van de Bnei Yissaschar op zijn sterfbed hoorde.
Biografische noot
Rabbi Zvi-Elimelech Spira van Dinov (1777-1841) werd genoemd naar zijn moeders oom, Rabbi Elimelech van Lizensk, die de jonge vrouw had verteld dat ze een jongen zou baren die een 'licht voor de wereld' zou zijn. Hij was een volgeling van de Ziener van Lublin, die hem vertelde dat hij een reïncarnatie was van de grote vroege Tora wijzen van de stam Yissaschar (Issachar).
Hij werd bekend als de "Bnei Yissaschar" (de zonen van Issachar) - de titel die hij aan zijn klassiek Chassidische werk gaf. Hij werd een bekende Rebbe in zijn eigen vak en een productief schrijver die een voorvechter was voor de studie van Kabbala en andere joodse mystieke teksten.
DOOR HERSHEL FINMAN
Bron: Forty Three Rubles