BSD

Dag 7

     psalms
  • Elohim spreek uit Elokim is een gebruikelijke naam voor God in the Hebreeuwse Bijbel.
  • Hashem betekent letterlijk: "De Naam" en is een vervangende term voor de Almachtige zodat wij niet riskeren Gods naam ijdel te gebruiken.

Psalm 39

  1. Voor de dirigent. Voor Jedutun. Een psalm van David.
  2. Ik zei: ik zal mijn wegen behoeden voor de zonden van mijn tong, ik zal mijn mond met een muilkorf bedwingen, zolang de goddeloze voor mij staat.
  3. Ik werd sprakeloos en was stil; ik zweeg [zelfs] over het goede en mijn pijn was hevig.
  4. Mijn hart is heet in mijn binnenste, door mijn verzuchting sta ik in vuur en vlam; ik sprak met mijn tong.
  5. Hashem laat mij mijn einde weten en wat de duur van mijn dagen is; laat mij weten hoe vergankelijk ik ben.
  6. Zie, mijn dagen stelde U vast op een handbreed, mijn levensduur is als niets voor U; ja, ieder mens staat daar, enkel een ademtocht. sela
  7. Ja, de mens gaat heen als een schaduw, ja, vliedend als een ademtocht, zij verzamelen en weten niet wie het zal oogsten.
  8. En nu Hashem, wat zal ik hopen? ik wacht op U.
  9. Red mij van al mijn overtredingen, maak mij niet tot spot voor een dwaas.
  10. Ik ben stom, ik doe mijn mond niet open, want U hebt het gedaan.
  11. Wend uw plaag van mij af, ik verga door de daden van uw hand.
  12. U kastijdt een mens met straffen vanwege zijn ongerechtigheid, zijn schoonheid vergaat als door een mot, ach een ademtocht is elk mens. sela
  13. Hoor mijn gebed Hashem en hoor mijn schreeuwen om hulp en zwijg niet vanwege mijn vergoten tranen, want een vreemdeling ben ik bij U, een bijwoner als al mijn vaderen.
  14. Kijk van mij weg, dat ik gelukkig mag zijn, voordat ik heenga en niet meer ben.

Psalm 40

  1. Voor de dirigent. Van David. Een Psalm.
  2. Vurig verwachtte ik Hashem; toen neigde Hij zich tot mij en hoorde mijn hulpgeroep,
  3. Hij trok mij op uit de kuil van verderf en uit de glibberige modder en U zet mijn voeten op een rots en bevestigt mijn voetstappen,
  4. en Hij gaf mij een nieuw lied in de mond, een lofzang voor onze Elokim. Velen zullen het zien en vrezen en vertrouwen op Hashem.
  5. Gelukkig is de man, die zijn vertrouwen stelt op Hashem, die zich niet keert tot de afgoden en verstrikt raakt in leugens.
  6. Talrijk hebt U, Hashem, mijn Elokim, voor ons uw wonderen en gedachten gemaakt; niets is er met U te vergelijken, wil ik ze vertellen of zeggen, ze zijn te talrijk om te noemen.
  7. In slacht- en spijsoffer hebt U geen behagen, U hebt mij de oren geopend, brandoffer en zondoffer hebt U niet gevraagd.
  8. Toen zei ik: zie ik kom, in de boekrol is van mij geschreven;
  9. om uw wil te doen, mijn Elokim, daarin schep ik behagen, uw Tora is in mijn binnenste.
  10. Ik verkondig [uw] gerechtigheid in een grote gemeente; zie mijn lippen weerhoud ik niet, Hashem, dat weet U.
  11. Uw gerechtigheid verberg ik niet in mijn hart en van uw trouw en uw verlossing heb ik gesproken, ik heb uw barmhartigheid en uw waarheid niet in een grote gemeente verborgen.
  12. U, Hashem, houdt uw mededogen voor mij niet terug, en uw barmhartigheid en waarheid behoeden mij altijd.
  13. Want talloze rampen hebben mij omgeven, mijn ongerechtigheden hebben mij ingehaald en ik kan ze niet zien; en ze zijn talrijker dan de haren van mijn hoofd en mijn hart is mij ontzonken.
  14. Het behage U, Hashem, mij te redden; haast U, Hashem om mij te helpen.
  15. Laten tezamen beschaamd en schaamrood worden, die mijn leven zoeken om te brengen; terugdeinzen en beschaamd worden, die mijn onheil begeren.
  16. Laten verstommen vanwege hun schaamte, zij die over mij roepen: ha, ha!
  17. Laat allen die U zoeken zich in U verheugen en verblijden; laten zij, die uw heil liefhebben, steeds zeggen: Hashem is groot!
  18. Al ben ik ellendig en arm, Hashem gedenk mij. U bent mijn helper en mijn redder, mijn Elokim, draal niet.

Psalm 41

  1. Voor de dirigent, een psalm van David.
  2. Gelukkig is hij, die acht slaat op de arme, op de dag van het kwaad zal Hashem hem redden.
  3. Hashem zal hem behoeden en zal hem in leven houden en hij zal gelukkig zijn op aarde en U zult hem niet overleveren aan het verlangen van zijn vijanden.
  4. Hashem zal hem ondersteunen op zijn ziekbed, in zijn ziekte verandert U heel zijn slaapvertrek.
  5. Ik zei tegen Hashem: wees mij genadig, genees mijn ziel, want ik heb tegen U gezondigd.
  6. Mijn vijanden spreken kwaad van mij: wanneer zal hij sterven en zijn naam vergaan?
  7. Wanneer hij komt om mij te zien, spreekt hij valsheid, zijn hart verzamelt leugen voor hemzelf en toen hij naar buiten ging, sprak hij erover.
  8. Allen die mij haten, fluisteren over mij en denken kwaad van mij.
  9. Een dodelijke ziekte is over hem uitgegoten en wanneer hij neerligt, zal hij niet weer opstaan.
  10. Ook mijn bondgenoot op wie ik vertrouwde, die mijn brood at, gaf mij een trap na.
  11. Maar U, Hashem, wees mij genadig en richt mij op, dan zal ik het hen vergelden.
  12. Hierdoor zal ik weten, dat U welgevallen aan mij hebt, wanneer mijn vijand niet over mij zal juichen.
  13. Vanwege mijn onschuld steunt U mij en doet U mij voor eeuwig voor U staan.
  14. Gezegend is Hashem, de Elokim van Israƫl, van nu aan tot in eeuwigheid. Amen. Amen.

Psalm 42

  1. Voor de dirigent, een maskil van de zonen van Korach.
  2. Zoals een hert dat hevig verlangt naar waterbeken, zo verlangt mijn ziel hevig naar U, Elokim.
  3. Mijn ziel dorst naar Elokim, naar de levende Elokim; wanneer zal ik komen en verschijnen voor Elokim?
  4. Mijn tranen waren voor mij brood, dag en nacht, wanneer zij de hele dag tot mij zeggen: waar is je Elokim?
  5. Deze dingen zal ik mij herinneren en ik zal mijn ziel in mij uitstorten: hoe ik optrok met de menigte, ik wandelde met hen naar het huis van Elokim, met vreugdevolle zang en dankzegging, een feestvierende menigte.
  6. Waarom buig je je neer mijn ziel en waarom ben je zo onrustig in mij? Wacht op Elokim, want ik zal Hem nog danken voor zijn reddingen!
  7. Mijn Elokim, mijn ziel buigt zich neer in mij, daarom zal ik U gedenken uit het land van de Jordaan en het Hermongebergte en de berg Mitsar.
  8. Waterdiepten roepen tot waterdiepten naar het geluid van uw waterstromen, al uw brekers en golven slaan over mij heen.
  9. Overdag zal Hashem zijn barmhartigheid gebieden en 's nachts is zijn lied bij mij, een gebed tot de Elokim van mijn leven.
  10. Ik zeg tot Elokim, mijn rots: waarom bent U mij vergeten? Waarom ga ik in duisternis door de onderdrukking van de vijand?
  11. Het is als moord in mijn beenderen, mijn onderdrukkers hebben mij bespot, wanneer zij de hele dag tot mij zeggen: waar is je Elokim?
  12. Waarom buig je je neer mijn ziel en waarom ben je zo onrustig in mij? Wacht op Elokim, want ik zal Hem nog danken voor zijn reddingen!

Psalm 43

  1. Doe mij recht, Elokim, behandel mijn rechtszaak tegen een onbetrouwbaar volk; red mij van de man van bedrog en onrecht.
  2. Want U bent de Elokim van mijn toevlucht; waarom verwerpt U mij? Waarom moet ik in duisternis gaan vanwege de onderdrukking van de vijand?
  3. Zend uw licht en uw waarheid; zij zullen mij leiden en brengen naar uw heilige berg en naar uw woningen,
  4. dat ik mag komen naar het altaar van Elokim, naar de Elokim van mijn jubelende vreugde en ik zal U prijzen op de harp, mijn Elokim, mijn Elokim!
  5. Waarom buig je je neer mijn ziel en waarom ben je zo onrustig in mij? Wacht op Elokim, want ik zal Hem nog danken voor zijn reddingen!

Malben - Studiecentrum voor Noachieten uit de vier windhoeken.