Dag 6

- Elohim spreek uit Elokim is een gebruikelijke naam voor God in the Hebreeuwse Bijbel.
- Hashem betekent letterlijk: "De Naam" en is een vervangende term voor de Almachtige zodat wij niet riskeren Gods naam ijdel te gebruiken.
Psalm 35
- Van David. Twist Hashem met die met mij twisten, strijd met mijn bestrijders.
- Grijp schild en wapenrusting om mij te helpen.
- En werp de speer en versper de weg voor mijn vervolgers. Zeg tot mijn ziel: IK ben je redder.
- Zij zullen zich schamen en zich te schande maken, terwijl zij mij naar het leven staan. Mogen zij terugkeren en beschaamd worden, die van plan zijn mij kwaad te doen.
- Laat ze zijn als kaf voor de wind en laat de engel van Hashem ze wegstoten;
- laat hun weg verduisterd en glibberig zijn en laat de engel van Hashem hen achtervolgen;
- want zonder oorzaak hebben zij een kuil en een vangnet voor mij verborgen, zonder oorzaak hebben zij kuilen voor mijn ziel gegraven.
- Moge het verderf ongemerkt over hem komen en zijn net dat hij verborg zal hem vangen en hij valt in het verderf.
- En mijn ziel zal juichen in Hashem en zal zich verheugen om zijn redding.
- Al mijn beenderen zullen zeggen: wie is er als U, die een arme redt van wie sterker is dan hij en een arme en een behoeftige van wie hem berooft?
- Misdadige getuigen staan op, zij vragen mij wat ik niet weet,
- zij vergelden mij kwaad voor goed, ik word van kinderen beroofd,
- maar ik, toen zij ziek waren, kleedde ik mij in een rouwgewaad, ik verootmoedigde mij met vasten en mijn gebed keerde in mijn boezem terug;
- als was het mijn vriend of mijn broeder zo ging ik rond; als een moeder in rouw, als een treurende buig ik mij neer.
- En als ik mank ga, verheugen en verzamelen zij zich, geslagenen verzamelen zich tegen mij en ik weet niet waarom, zij lasteren en houden zich niet stil.
- Vanwege het vleien en spotten om voedsel, knarsen zij met hun tanden tegen mij.
- Hashem, hoelang zult U toezien? Red mijn ziel van hun verderf, mij een eenzame, van de jonge leeuwen.
- Ik wil U danken in een grote gemeente, te midden van een machtig volk zal ik U prijzen.
- Laten mijn valse vijanden zich niet over mij verheugen, noch met de ogen knipperen, die mij zonder oorzaak haten.
- Want zij spreken niet over vrede en tegen de stillen in het land beramen zij woorden van bedrog,
- en zij sperren hun mond open tegen mij en zeggen: Aha! Aha! Ons oog heeft het gezien.
- U zag Hashem, zwijg niet, Hashem verwijder U niet van mij.
- Waak op en ontwaak voor mijn recht, voor mijn geding, mijn Elokim en mijn Hashem.
- Hashem, mijn Elokim, oordeel mij naar uw gerechtigheid, dat zij zich niet over mij verheugen;
- dat zij niet in hun hart zullen zeggen: Aha! Onze wens!, dat zij niet zullen zeggen wij hebben hem verzwolgen.
- Laten tezamen beschaamd en schaamrood worden die zich verheugen over mijn ongeluk, laat hen gekleed zijn in schaamte en schande, terwijl zij zich tegenover mij groot maken.
- Laat hen, die mijn rechtvaardiging wensen, jubelen en zich verheugen, laten zij steeds zeggen: groot is Hashem, die de vrede voor zijn knecht wenst.
- En mijn tong zal spreken van uw gerechtigheid en U elke dag prijzen.
Psalm 36
- Voor de dirigent. Van de knecht van Hashem, van David.
- Het kwaad van de goddeloze zit diep in zijn hart, er is geen vrees voor Elokim in zijn ogen.
- Want zij vleit hem in zijn eigen ogen, totdat men zijn ongerechtigheid ontdekt en haat.
- De woorden uit zijn mond zijn leugen en bedrog, hij is opgehouden om verstandig en goed te doen.
- Hij beraamt leugen op zijn bed, hij staat op een weg die niet goed is, hij verwerpt het kwaad niet.
- Hashem uw barmhartigheid is in de hemelen, uw trouw tot in de wolken.
- uw gerechtigheid is als machtige bergen, uw oordelen zijn [als] de enorme diepte , Hashem U redt mens en dier.
- Hoe kostbaar is uw barmhartigheid Elokim; daarom schuilen de mensenkinderen in de schaduw van uw vleugels;
- zij zullen zich tegoed doen aan het vette van uw huis, en uit een stroom van uw vreugde geeft U hen te drinken.
- Want bij U is de bron van het leven, in uw licht zullen wij het licht zien.
- Bewijs uw barmhartigheid over die U kennen, en uw gerechtigheid over de oprechten van hart.
- Laat de voet van de hooghartigen niet over mij komen en laat de hand van de goddelozen mij niet doen vluchten.
- Daar zijn de werkers van het kwaad gevallen, zij zijn neergestort en kunnen niet opstaan.
Psalm 37
- Van David. Maak je niet boos over de kwaden wees niet jaloers op hen die ongerechtigheid doen;
- want zij verdorren snel als gras en zij verwelken als het groene kruid.
- Vertrouw op Hashem en doe het goede, woon in het land en weid in zekerheid;
- verlustig je in Hashem, Hij zal je de wensen van je hart geven.
- Wentel je weg op Hashem en vertrouw op Hem en Hij zal het maken;
- Hij zal je gerechtigheid als het licht doen opgaan en je recht als de middag.
- Wees stil voor Hashem en wacht op Hem, maak je niet boos op hen wiens weg succesvol is, op een man die boze plannen maakt.
- Zie af van toorn en geef de wrok op, wees niet boos op wat slechts tot kwaad doen leidt.
- Want de bozen zullen worden uitgeroeid, maar wie Hashem verwacht, zij zullen het land beërven;
- nog een weinig tijd en er is geen goddeloze meer en wanneer je acht slaat op zijn plaats zal hij er niet meer zijn;
- maar de ootmoedigen zullen het land beërven en zich verlustigen in grote vrede.
- De goddeloze beraamt een plan tegen de rechtvaardige en knarst zijn tanden tegen hem;
- Hashem lacht om hem, want Hij ziet dat zijn dag zal komen.
- De goddelozen trekken een zwaard en zij spannen hun boog, zij slaan de ellendigen en de armen neer om te slachten, die de rechte weg gaan;
- hun zwaard zal komen in hun eigen hart en hun bogen zullen gebroken worden.
- Het weinige van de rechtvaardige is beter dan de rijkdom van vele goddelozen;
- want de armen van de goddelozen zullen gebroken worden maar Hashem ondersteunt de rechtvaardige.
- Hashem kent de dagen van hen die onberispelijk zijn en hun erfdeel zal zijn voor eeuwig;
- zij zullen niet beschaamd worden in de tijd van onheil en in de dagen van hongersnood zullen zij verzadigd worden.
- Want de goddelozen zullen te gronde gaan en de vijanden van Hashem zijn als prachtige weiden: zij vergaan in rook, in rook vergaan zij.
- De goddeloze leent en betaalt niet terug, maar de rechtvaardige is genadig en geeft.
- Want zijn gezegenden zullen het land beërven en zijn vervloekten zullen worden uitgeroeid.
- Door Hashem worden de voetstappen van de sterke man bevestigd en Hij beleeft vreugde aan zijn weg;
- wanneer hij zal vallen zal hij niet neerstorten, want Hashem ondersteunt zijn hand.
- Ik ben jong geweest, ook ben ik oud geworden en heb geen rechtvaardige verlaten gezien, noch zijn nakomelingen die brood zochten;
- elke dag is hij genadig en leent uit en zijn nakomelingen zijn een zegen.
- Mijd het kwaad en doe het goede, dan zul je voor altijd wonen;
- want Hashem heeft het recht lief en zal Zijn vromen niet verlaten, voor altijd worden zij bewaard, maar de nakomelingen van de goddelozen worden uitgeroeid.
- De rechtvaardigen zullen het land beërven en zij zullen voor altijd daarin wonen.
- De mond van de rechtvaardige spreekt wijsheid en zijn tong zal rechtspreken;
- de wet van zijn Elokim is in zijn hart en zijn schreden wankelen niet.
- De goddeloze loert op de rechtvaardige en zoekt hem te doden;
- Hashem zal hem niet in zijn hand achterlaten en zal niet toelaten, dat hij wordt veroordeeld in het gericht.
- Hoop op Hashem en houd Zijn weg en Hij zal je verhogen om het land te beërven en je zult de vernietiging van de goddelozen zien.
- Ik heb een goddeloze gezien, gewelddadig en die zich uitbreidde als een weelderige inheemse boom.
- En toen hij voorbijging, zie hij was niet meer en ik zocht hem en hij werd niet gevonden.
- Sla de rechtvaardige gade en zie de oprechte, want de man van vrede heeft nakomelingen;
- de overtreders worden gezamenlijk vernietigd, nakomelingen van de goddelozen worden uitgeroeid.
- Maar de verlossing van de rechtvaardigen is door Hashem, hun vesting in tijden van nood;
- en Hashem zal hen helpen en hen redden, Hij zal hen redden van de goddelozen en hen verlossen, want zij schuilen bij Hem.
Psalm 38
- Een psalm van David bij het gedenkoffer.
- Hashem, straf mij niet in uw toorn en kastijd mij niet in uw woede;
- want uw pijlen boren zich in mij, uw hand kwam op mij neer.
- Er is niets gezond aan mijn vlees vanwege uw toorn en er is niets heel aan mijn gebeente vanwege mijn zonde;
- want mijn ongerechtigheden gaan over mijn hoofd, als een zware last werden ze mij te zwaar.
- Mijn wonden stinken en etteren vanwege mijn dwaasheid;
- ik ga krom en zeer gebogen, de hele dag loop ik rond terwijl ik treur.
- Mijn lendenen zijn volledig ontstoken, niets aan mijn vlees is gezond;
- ik ben krachtloos en volslagen geradbraakt, ik brul het uit vanwege het kreunen van mijn hart.
- Hashem, bij U zijn al mijn verlangens bekend en mijn zuchten is voor U niet verborgen;
- mijn hart slaat heftig, mijn kracht heeft mij verlaten en het licht van mijn ogen is ook niet langer bij mij.
- Mijn geliefden en vrienden staan afzijdig van mijn lijden, zelfs mijn naasten staan van verre.
- En zij die mijn leven zoeken, leggen strikken en zij, die mijn onheil wensen, spreken bedreigingen en zinnen de hele dag op bedrog.
- Maar ik ben als een dove, ik hoor niet en als een stomme, doe ik mijn mond niet open;
- en ik zal zijn als een man die niet hoort, in wiens mond geen verweer is.
- Want op U, Hashem wacht ik; U zult antwoorden, Hashem, Elokim.
- Want ik heb gezegd: als ze zich maar niet verheugen en zich niet groot maken over mij, bij het struikelen van mijn voet.
- Want ik loop mank en dreig te vallen en mijn pijn staat steeds voor mij;
- want ik erken mijn ongerechtigheid, ik maak mij zorgen over mijn zonden.
- Mijn vijanden leven en zijn talrijk, zij, die mij zonder oorzaak haten, zijn veel.
- En terwijl zij kwaad voor goed vergelden, bejegenen zij mij vijandig, omdat ik het goede najaag.
- Verlaat mij niet, Hashem, mijn Elokim, verwijder U niet van mij!
- Haast U, Hashem om mij te helpen, mijn redder.