BSD

Dag 30

     psalms
  • Elohim spreek uit Elokim is een gebruikelijke naam voor God in the Hebreeuwse Bijbel.
  • Hashem betekent letterlijk: "De Naam" en is een vervangende term voor de Almachtige zodat wij niet riskeren Gods naam ijdel te gebruiken.

Psalm 145

  1. Een psalm van David. Ik zal U, mijn Elokim, de koning, verhogen. Ik zal uw naam zegenen voor altijd en immer;
  2. elke dag zal ik U zegenen, en ik zal uw naam loven voor eeuwig en altijd.
  3. Hashem is groot en zeer te prijzen, zijn grootheid is niet te doorgronden.
  4. Geslacht aan geslacht zal uw werken prijzen, en zij zullen van uw machtige daden vertellen.
  5. Ik zal spreken van de heerlijke luister van uw majesteit en van uw wonderbare daden.
  6. Zij zullen spreken van uw geduchte macht, en ik zal uw grootheid verkondigen.
  7. Zij zullen de herinnering aan uw grote goedheid verkondigen, en zij zullen jubelend zingen over uw gerechtigheid.
  8. Genadig en barmhartig is Hashem, langzaam tot toorn en groot van goedertierenheid.
  9. Hashem is goed voor allen, en zijn barmhartigheid is over al zijn werken.
  10. Al uw werken zullen U danken, Hashem, en uw vromen zullen U zegenen;
  11. zij zullen spreken over de roem van uw koninkrijk en zij zullen vertellen over uw kracht,
  12. om aan de mensenkinderen bekend te maken zijn kracht, en de roemrijke pracht van zijn koninkrijk.
  13. Uw koninkrijk is een koninkrijk voor alle eeuwen, en uw heerschappij is van geslacht tot geslacht.
  14. Hashem ondersteunt allen die vallen, en richt alle gebogenen op.
  15. Alle ogen wachten op U, en U geeft hen hun voedsel op zijn tijd;
  16. U opent uw hand en verzadigt met welgevallen al wat leeft.
  17. Hashem is rechtvaardig in al zijn wegen, en goedertieren in al zijn werken.
  18. Hashem is nabij allen die Hem aanroepen, allen die Hem aanroepen in oprechtheid.
  19. Hij doet de wil van wie Hem vrezen, en hoort hun hulpgeroep en redt hen.
  20. Hashem behoedt allen die Hem liefhebben, maar alle boosdoeners zal Hij vernietigen.
  21. Mijn mond zal de lof van Hashem spreken en alle vlees zal zijn heilige naam zegenen voor altijd en immer.

Psalm 146

  1. Halleluja. Loof Hashem mijn ziel.
  2. Ik zal Hashem loven, terwijl ik leef en voor mijn Elokim zingen, terwijl ik nog ben.
  3. Vertrouwt niet op edelen, op een mensenkind, bij wie geen redding is;
  4. wanneer zijn geest vertrekt, keert hij terug tot zijn aarde, op die dag vergaan zijn plannen.
  5. Gelukkig hij, die de Elokim van Jakob tot zijn hulp heeft, wiens hoop is op Hashem, zijn Elokim,
  6. die hemel en aarde gemaakt heeft, en de zee en al wat daarin is, die trouw houdt tot in eeuwigheid;
  7. die recht doet aan de verdrukten, en brood geeft aan de hongerigen. Hashem, die de gevangenen losmaakt.
  8. Hashem opent de ogen van de blinden, Hashem richt de gebogenen op, Hashem heeft de rechtvaardigen lief;
  9. Hashem behoedt de vreemdelingen, de wees en de weduwe komt Hij te hulp, en de weg van de goddelozen maakt Hij krom.
  10. Hashem is koning voor eeuwig, je Elokim, Sion, is van geslacht tot geslacht. Halleluja.

Psalm 147

  1. Halleluja, want het is goed te zingen voor onze Elokim, want het is aangenaam en lieflijk U te loven.
  2. Hashem bouwt Jeruzalem, en verzamelt de verstrooiden van Israël;
  3. Hij geneest de gebrokenen van hart en verbindt hun wonden.
  4. Hij telt het aantal van de sterren, Hij roept ze allen bij naam.
  5. Groot is onze Hashem en geweldig in kracht, zijn verstand is onbeperkt.
  6. Hashem komt de nederigen te hulp, Hij vernedert de goddelozen tot op de bodem.
  7. Zing voor Hashem met dank, en loof onze Elokim met de harp,
  8. die de hemel bedekt met wolken, en regen bereidt voor de aarde, die gras doet uitspruiten op de bergen,
  9. die het vee zijn voedsel geeft, en de jonge raven, als zij roepen.
  10. Hij heeft geen lust aan de kracht van het paard, noch welgevallen aan de benen van de man;
  11. Hashem heeft welgevallen aan wie hem vrezen, zij die wachten op zijn goedertierenheid.
  12. Jeruzalem, prijs Hashem, Sion, loof je Elokim.
  13. Want Hij maakt de grendels van je poorten sterk en zegent de kinderen in je midden;
  14. Hij geeft je gebied vrede, en verzadigt je met het vette van het koren.
  15. Hij zendt zijn woorden naar de aarde, zijn woord loopt zeer snel;
  16. Hij geeft sneeuw als wol, Hij strooit rijp als as,
  17. Hij werpt zijn ijs in stukken; wie kan standhouden voor zijn kou?
  18. Hij zendt zijn woord en doet hen smelten, Hij doet zijn wind waaien, de wateren vloeien.
  19. Terwijl Hij zijn woord aan Jakob bekend maakt, en zijn wetten en rechten aan Israël.
  20. Zo heeft Hij aan geen enkel volk gedaan, en zijn verordeningen kennen zij niet. Halleluja.

Psalm 148

  1. Halleluja. Looft Hashem vanuit de hemel, looft Hem in de hoogten.
  2. Looft Hem, al zijn engelen, looft Hem, al zijn legerscharen.
  3. Looft Hem, zon en maan, looft Hem alle lichtende sterren.
  4. Looft Hem, hemel der hemelen, en de wateren die boven de hemel zijn.
  5. Looft de naam van Hashem, want Hij gebood en zij werden geschapen;
  6. en Hij bevestigt ze voor altijd en immer, Hij stelde hun een wet, die zij niet zullen overtreden.
  7. Looft Hashem op de aarde, zeemonsters en alle waterdiepten,
  8. vuur en hagel, sneeuw en nevel, stormwind, die zijn woord uitvoert;
  9. bergen en alle heuvels, vruchtbomen en alle ceders;
  10. wild gedierte en al het vee, kruipend gedierte en al wat vliegt;
  11. koningen van de aarde en alle volkeren, vorsten en alle rechters van de aarde;
  12. jongemannen en ook jonge vrouwen, ouden met jongeren.
  13. Looft de naam van Hashem, want zijn naam alleen is verheven, zijn glorie is boven aarde en hemel.

Psalm 149

  1. Halleluja. Zingt Hashem een nieuw lied, zijn lof in de gemeente van de vromen.
  2. Israël verheug je in je maker, kinderen van Sion juicht van vreugde over jullie koning;
  3. zij zullen zijn naam loven met reidans, met tamboerijn en harp zullen zij muziek voor Hem maken.
  4. Want Hashem heeft welbehagen in zijn volk, Hij komt de ellendigen te hulp.
  5. Laten de vromen juichen met eerbetoon, en jubelend zingen op hun bedden.
  6. Lofprijzingen van Elokim zijn in hun keel, en een tweesnijdend zwaard is in hun hand,
  7. om zich te wreken op de heidenen, en de volkeren te straffen;
  8. om hun koningen met ketenen te binden en hun edelen in ijzeren boeien;
  9. dat zij aan hen het geschreven vonnis voltrekken. Dat is de luister van al zijn vromen. Halleluja.

Psalm 150

  1. Halleluja. Looft Elokim in zijn heiligdom, looft Hem in zijn machtig uitspansel;
  2. looft Hem om zijn machtige daden, looft Hem om zijn geweldige grootheid.
  3. Looft Hem met de sjofar, looft Hem met harp en lier,
  4. looft Hem met tamboerijn en reidans, looft Hem met snaarinstrumenten en fluit,
  5. looft Hem met klinkende cimbalen, looft Hem met schallende cimbalen.
  6. Laat alle zielen Hashem loven. Halleluja.

Malben - Studiecentrum voor Noachieten uit de vier windhoeken.