BSD

Dag 26

     psalms
  • Elohim spreek uit Elokim is een gebruikelijke naam voor God in the Hebreeuwse Bijbel.
  • Hashem betekent letterlijk: "De Naam" en is een vervangende term voor de Almachtige zodat wij niet riskeren Gods naam ijdel te gebruiken.
Vers 109: in mijn hand: dit betekent mijn leven is altijd in gevaar.

Deze psalm is opgedeeld in 22 blokjes van steeds 8 verzen. 22 is gebaseerd op het aantal letters in het Hebreeuwse alfabet.

Er komen steeds de volgende woorden terug - achter het Nederlands woord het fonetisch Hebreeuwse woord:

getuigenissen = eedot
geboden = mitswot
voorschriften = paqad
wetten = choeqim
recht = misjpat
weg = arah

De misjpatim, zijn geboden die duidelijk zijn en verstandelijk te verklaren zijn. De logica van deze verordeningen eisen van ons om deze verordeningen te onderhouden en uit te voeren.
Misjpatim zijn de wetten die de mens ook zelf zou hebben vastgelegd zonder dat deze door Hashem bevolen zouden zijn. Enkele voorbeelden hiervan zijn het verbod op stelen en het verbod op moord. Een ieder van ons begrijpt dat voor een goed functionerende maatschappij stelen en doodslaan verboden hoort te zijn.

Er zijn ook geboden, choeqim, die niet duidelijk zijn en geen logische verklaring hebben voor de uitvoering van deze geboden. De choeqim zijn de wetten die ons verstand te boven gaan en wij onderhouden deze wetten gewoon omdat Hashem deze bevolen heeft. Voorbeelden hiervan zijn de spijswetten: het verbod op het eten van melk en vlees tezamen. Vlees- en melkgerechten zijn gescheiden in de kosjere joodse keuken. Ook de reinheidswetten vallen onder deze geboden alsmede de wet van de rode heifer (koe).

Een derde soort van geboden is 'eedot'. De eedot zijn wetten die rationeel verklaard kunnen worden, maar die niet noodzakelijkerwijs uit rationeel oogpunt tot stand zouden zijn gekomen. Met ons menselijk verstand zouden wij deze wetten nooit zelf bedacht hebben. Hashem heeft de 'eedot' gegeven en wij kunnen deze wetten met ons verstand begrijpen. Voorbeelden hiervan zijn het aanleggen van de gebedsriemen, het rusten op sjabbat en het eten van de matsa op Pesach.
Psalm 119: 97- 176

97
98
99
100
101
102
103
104

105
106
107
108
109
110
111
112

113
114
115
116
117
118
119
120

121
122
123
124
125
126
127
128

129
130
131
132
133
134
135
136

137
138
139
140
141
142
143
144

145
146
147
148
149
150
151
152

153
154
155
156
157
158
159
160

161
162
163
164
165
166
167
168

169

170
171
172
173
174
175
176
Hoe lief heb ik uw Tora! De hele dag is zij mijn overpeinzing.
Uw geboden maken mij wijzer dan mijn vijanden, want zij zijn voor eeuwig bij mij.
Van al mijn leraren werd ik wijzer, want uw getuigenissen overpeins ik.
Van de ouden leerde ik begrijpen, want uw voorschriften onderhoud ik.
Van elke slechte weg houd ik mijn voet terug, opdat ik uw woord bewaar.
Van uw recht week ik niet af, want U onderwees mij.
Hoe aangenaam is uw woord voor mijn gehemelte en meer dan honing voor mijn mond.
Ik geef acht op uw voorschriften; daarom haat ik elk leugenpad.

Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.
Ik heb gezworen en zal het gestand doen, om uw rechtvaardig recht te houden.
Ik ben al te zeer vernederd, Hashem, doe mij leven naar uw woord.
Hashem, heb behagen in de vrijwillige offergaven van mijn mond en leer mij uw recht.
Mijn leven is altijd in mijn hand, maar uw Tora vergeet ik niet. De goddelozen leggen mij een strik, maar van uw voorschriften dwaal ik niet af.
Uw getuigenissen heb ik voor eeuwig geërfd, want vreugde voor mijn hart zijn zij. Ik neig mijn hart om uw wetten te doen, voor altijd, tot het einde toe.

Ik haat weifelaars, maar heb uw Tora lief.
U bent mijn schuilplaats en mijn schild, ik hoop op uw woord.
Wijkt van mij jullie boosdoeners, want ik houd de geboden van mijn Elokim.
Ondersteun mij naar uw woord en ik zal leven en niet beschaamd worden in mijn hoop.
Sterk mij, opdat ik gered word, ik vertrouw steeds op uw wetten.
U veracht allen die van uw wetten afdwalen, want hun bedrog is een leugen.
Al de goddelozen van de aarde doet U weg als schuim, daarom heb ik uw getuigenissen lief.
Mijn vlees beeft van schrik voor U en ik vrees voor uw recht.

Ik heb recht en gerechtigheid gedaan, laat mij niet over aan mijn verdrukker.
Wees borg voor uw knecht ten goede, laat de hoogmoedigen mij niet verdrukken.
Mijn ogen smachten naar uw redding en naar het woord van uw gerechtigheid.
Doe met uw knecht naar uw genade en leer mij uw wetten.
Ik ben uw knecht, geef mij inzicht, opdat ik uw getuigenissen ken.
Het is tijd voor Hashem om te handelen, zij vertreden uw Tora.
Daarom houd ik van uw geboden, meer dan van goud, ja dan fijn goud,
daarom houd ik alle bevelen in alles voor recht, elk leugenpad haat ik.

Uw getuigenissen zijn wonderbaar, daarom behoudt mijn ziel ze.
Het openen van uw woorden geeft licht, terwijl het de eenvoudigen inzicht geeft.
Ik doe mijn mond wijd open en ik verlang hevig, want ik hunker naar uw geboden.
Wend U tot mij en wees mij genadig, zoals recht is voor degenen die uw naam liefhebben.
Ik richt mijn schreden naar uw woord en laat niet al het onrecht over mij heersen.
Red mij van de onderdrukking door een mens, en ik zal uw voorschriften bewaren.
Laat uw aangezicht schijnen over uw knecht, en leer mij uw wetten.
Mijn ogen vloeien als waterbeken, omdat zij uw Tora niet houden.

Hashem U, bent rechtvaardig; uw recht is eerlijk.
U gebood de rechtvaardigheid van uw getuigenissen en in grote trouw.
Mijn ijver heeft mij verteerd, want mijn vijanden vergeten uw woorden.
uw woord is zeer beproefd en uw knecht heeft het lief.
Ik ben jong en veracht, uw voorschriften ben ik niet vergeten.
Uw gerechtigheid is gerechtigheid voor eeuwig, en uw Tora is waarheid.
Verdrukking en ontbering hebben mij gevonden, in uw geboden verlustig ik mij.
Uw getuigenissen zijn gerechtigheid voor eeuwig; onderwijs mij, en ik zal leven.

Ik roep met heel mijn hart; antwoord mij, Hashem; ik zal uw wetten bewaren.
Ik roep U; red mij, en ik zal uw getuigenissen bewaren.
Ik sta vroeg op voor zonsopgang en roep om hulp, op uw woord hoop ik.
Mijn ogen lopen vooruit op de nachtwakers, om uw woord te overdenken.
Hashem, luister naar mijn stem, overeenkomstig uw genade; maak mij levend naar uw recht.
Zij die schanddaden najagen zijn nabij, en zijn ver van uw Tora;
Hashem, U bent nabij, en al uw wetten zijn waarheid.
Van oudsher ken ik uw getuigenissen, want U hebt ze voor eeuwig gegrondvest.

Zie mijn ellende en red mij, want ik vergeet uw Tora niet.
Voer mijn rechtsgeding en verlos mij, maak mij levend naar uw woord.
Redding is ver van de goddelozen, want uw wetten zoeken zij niet.
Hashem, uw barmhartigheid is groot, maak mij levend naar uw recht.
Mijn vervolgers en verdrukkers zijn talrijk, ik wijk niet af van uw getuigenissen.
Ik zie de trouwelozen, ik walg van hen die uw woord niet bewaren.
Zie, Hashem, want ik heb uw voorschriften lief; maak mij levend naar uw trouw.
Heel uw woord is waarheid, heel uw rechtvaardig recht is eeuwig.

De vorsten achtervolgen mij zonder oorzaak, en mijn hart vreest voor uw woord.
Ik verheug mij over uw woord als iemand die veel buit vindt.
Ik haat en verafschuw de leugen, maar uw Tora heb ik lief.
Ik loof U dagelijks zeven maal voor uw rechtvaardig recht.
Veel vrede hebben zij, die uw Tora liefhebben, er is voor hen geen struikelblok.
Ik hoop op uw redding Hashem, en uw geboden doe ik.
Mijn ziel bewaart uw getuigenissen, ik heb ze zeer lief.
Ik houd uw voorschriften en uw getuigenissen, want al mijn wegen zijn voor U.

Hashem, laat mijn luide smeking naderen voor uw aangezicht: geef mij verstand naar uw woord.
Mag mijn smeking komen voor uw aangezicht, red mij naar uw woord.
Mijn lippen zullen overvloeien van lof, wanneer U mij uw wetten leert.
Mijn tong zal uw woord bezingen, want al uw geboden zijn rechtvaardig.
Uw hand zal mij tot hulp zijn, want uw voorschriften heb ik gekozen.
Hashem, ik heb uw redding begeert, en ik heb lust in uw Tora.
Laat mijn ziel leven en U loven, en uw recht zal mij tot hulp zijn.
Ik heb gedwaald als een verloren schaap, zoek uw knecht, want uw geboden zal ik niet vergeten.

Malben - Studiecentrum voor Noachieten uit de vier windhoeken.