BSD

Dag 20

     psalms
  • Elohim spreek uit Elokim is een gebruikelijke naam voor God in the Hebreeuwse Bijbel.
  • Hashem betekent letterlijk: "De Naam" en is een vervangende term voor de Almachtige zodat wij niet riskeren Gods naam ijdel te gebruiken.

Psalm 97

  1. Hashem is koning. Laat de aarde juichen, en laten de vele eilanden zich verheugen.
  2. Wolken en duisternis zijn rondom Hem, gerechtigheid en recht zijn de grondslag van zijn troon.
  3. Vuur gaat voor Hem uit en verzengt zijn tegenstanders rondom.
  4. Zijn bliksemen verlichten de wereld, de aarde ziet het en beeft.
  5. De bergen smelten als was voor Hashem, voor Hashem van heel de aarde.
  6. De hemelen vertellen zijn gerechtigheid, alle volkeren zien zijn eer.
  7. Al de beeldendienaars zullen beschaamd worden, terwijl zij zich beroemen op afgoden; buigt voor Hem al jullie goden.
  8. Sion heeft het gehoord en zal zich verheugen en de dochters van Juda zullen juichen om der wille van uw recht, Hashem.
  9. Want U, Hashem, bent de Almachtige over heel de aarde, want U bent zeer hoog verheven boven alle goden.
  10. Jullie, die Hashem liefhebben, haat het kwaad; Hij bewaart de zielen van zijn vromen, uit de hand van de goddelozen redt Hij hen.
  11. Het licht is voor de rechtvaardigen gezaaid en vreugde voor de oprechten van hart.
  12. Rechtvaardigen verheugt jullie in Hashem en dankt om zijn heiligheid te prijzen.

Psalm 98

  1. Een psalm. Zingt Hashem een nieuw lied, want Hij heeft wonderen gedaan, zijn rechterhand en zijn heilige arm hebben Hem geholpen;
  2. Hashem heeft zijn redding bekend gemaakt, voor de ogen van de volkeren openbaarde Hij zijn gerechtigheid;
  3. Hij heeft gedacht aan zijn liefde en trouw aan het huis van Israël, alle einden der aarde hebben de redding van onze Elokim gezien.
  4. Juicht voor Hashem, heel de aarde, weest verheugd en zingt jubelend en maakt muziek.
  5. Maakt muziek voor Hashem met de harp, met de harp en luid gezang,
  6. met trompetten en het geluid van de sjofar; juicht voor Hashem, de koning.
  7. De zee en haar volheid zullen woeden, de wereld en die erop wonen;
  8. rivieren zullen in de handen klappen, en de bergen zullen tezamen jubelen
  9. voor Hashem, want Hij zal komen om de aarde te richten; en de wereld in gerechtigheid en de volkeren in billijkheid.

Psalm 99

  1. Hashem is koning, dat de volkeren beven. Hij troont op de cherubs, dat de aarde schudde.
  2. Hashem is groot in Sion en verheven boven alle volkeren.
  3. Dat zij uw grote ontzagwekkende naam danken; heilig is Hij.
  4. Sterk is de koning die van het recht houdt, U brengt recht tot stand, recht en gerechtigheid hebt U in Jakob gedaan.
  5. Verhoogt, Hashem onze Elokim, buigt voor de voetbank van zijn voeten; heilig is Hij.
  6. Mozes en Aaron waren onder zijn priesters en Samuel onder hen die zijn naam aanriepen; zij riepen tot Hashem en Hij antwoordde hen.
  7. In een wolkkolom sprak Hij tot hen; zij onderhielden zijn getuigenissen en de wet die Hij gegeven had.
  8. Hashem, onze Elokim, U hebt hen geantwoord, een vergevend Elokim was U voor hen, desalniettemin wraak oefenend over hun daden.
  9. Verhoogt Hashem, onze Elokim en buigt neer voor zijn heilige berg, want heilig is Hashem, onze Elokim.

Psalm 100

  1. Een dankpsalm. Juicht voor Hashem, heel de aarde,
  2. dient Hashem met vreugde, komt voor zijn aangezicht met gejubel.
  3. Weet, dat Hashem Elokim is; Hij heeft ons gemaakt en wij zijn van Hem, zijn volk en de schapen van zijn weide.
  4. Komt in zijn poorten met dank, in zijn voorhoven met lofgezang, dankt Hem en zegent zijn naam;
  5. want Hashem is goed, zijn liefde is voor eeuwig en van geslacht tot geslacht is zijn trouw.

Psalm 101

  1. Een psalm. Van David. Van liefde en recht wil ik zingen, voor U, Hashem, wil ik psalmen zingen.
  2. Ik wil acht geven op een onberispelijke wandel. Wanneer komt U tot mij? Ik wandel met oprechtheid in mijn hart in mijn huis;
  3. ik stel geen slechte dingen voor mijn ogen; ik haat het doen van overtreders, het kleeft mij niet aan.
  4. Laat een vals hart verre van mij blijven, het kwaad wil ik niet kennen.
  5. Wie zijn naaste heimelijk lastert, hem zal ik vernietigen; wie hoogmoedig en arrogant is, hem duld ik niet.
  6. Mijn ogen zijn op de getrouwen van het land, om bij mij te wonen, hij die onberispelijk wandelt, die zal mij dienen.
  7. In mijn huis zal geen bedrieger wonen; hij die leugens spreekt zal voor mijn ogen niet bestaan.
  8. Elke morgen vernietig ik alle goddelozen van het land, om alle werkers van het kwaad in de stad van Hashem uit te roeien.

Psalm 102

  1. Een gebed van een ellendige, wanneer hij bezwijkt en voor Hashem zijn klacht uitstort.
  2. Hashem, hoor mijn gebed en laat mijn roep om hulp tot U komen;
  3. verberg uw aangezicht niet voor mij op de dag van mijn nood; neig uw oor tot mij op de dag dat ik roep, antwoord mij haastig.
  4. Want mijn dagen zijn opgegaan in rook en mijn gebeente gloeit als een vuurhaard;
  5. mijn hart is verzengd en verdord als gras, want ik vergat mijn brood te eten.
  6. Vanwege mijn luide zuchten kleeft mijn gebeente aan mijn vlees;
  7. ik ben gelijk aan een pelikaan in de woestijn en ik ben als een steenuil in het midden van puinhopen;
  8. ik ben waakzaam en ik ben als een eenzame vogel op het dak.
  9. De hele dag smaden mij mijn vijanden, zij bespotten mij en zij vloeken mij;
  10. want ik eet as als brood en ik meng mijn drank met tranen,
  11. vanwege uw vloek en uw toorn, omdat U mij hebt opgenomen en neergeworpen.
  12. Mijn dagen zijn als een langgerekte schaduw en ik verdor als gras.
  13. Maar U, Hashem, troont voor eeuwig en uw gedachtenis is van geslacht tot geslacht.
  14. U zult opstaan en zich over Sion erbarmen, want het is tijd om haar genadig te zijn, want de vastgestelde tijd is gekomen;
  15. want uw knechten hebben haar puinhopen lief en zijn bedroefd over haar stof.
  16. Dan zullen de volkeren de naam van Hashem vrezen, en al de koningen der aarde, uw eer,
  17. Hashem heeft Sion gebouwd en is verschenen in zijn heerlijkheid,
  18. Hij heeft zich gewend tot het gebed van de weerloze en versmaadde hun gebed niet.
  19. Dit is geschreven voor een volgend geslacht, en het volk dat geschapen zal worden, zal Hashem loven;
  20. want Hij ziet neer vanuit zijn heilige hoogte, Hashem schouwt vanuit de hemel op de aarde,
  21. om het zuchten van de gevangenen te horen, om hen die gedoemd waren te sterven te bevrijden;
  22. om in Sion de naam van Hashem te vertellen en zijn lof in Jeruzalem,
  23. wanneer de volkeren en de koninkrijken allemaal verzameld worden, om Hashem te dienen.
  24. Hij heeft op de weg mijn kracht verzwakt, Hij verkort mijn dagen.
  25. Ik zeg: mijn Elokim, neem mij niet weg op de helft van mijn dagen, uw jaren duren door alle geslachten heen.
  26. In de beginne grondvestte U de aarde, de hemel is het werk van uw handen;
  27. zij zullen vergaan, maar U houdt stand, en zij allen zullen verslijten als een kleed, en U verwisselt ze als een gewaad, en zij verdwijnen;
  28. maar U blijft dezelfde en uw jaren eindigen niet.
  29. De kinderen van uw knechten zullen [veilig] wonen, en hun nageslacht zal voor U bevestigd worden.

Psalm 103

  1. Van David. Zegen Hashem, mijn ziel, en al wat in mij is, zijn heilige naam;
  2. zegen Hashem, mijn ziel, en vergeet niet al zijn weldaden;
  3. die al je zonden vergeeft, die al je ziekte geneest.
  4. Die je leven verlost van het graf, terwijl Hij je kroont met liefde en barmhartigheid,
  5. terwijl Hij je mond verzadigt met het goede, en je jeugd vernieuwt als een arend.
  6. Hashem doet recht en gerechtigheid aan al de verdrukten.
  7. Hij maakte aan Mozes zijn weg bekend, aan de kinderen van Israël zijn daden.
  8. Barmhartig en genadig is Hashem, langzaam tot toorn en groot van liefde;
  9. Hij zal niet voor altijd twisten en niet voor eeuwig toornen;
  10. Hij doet ons niet naar onze zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden;
  11. want zo hoog de hemel boven de aarde is, zo overstelpend is zijn liefde voor wie Hem vrezen.
  12. Zo ver het oosten van het westen is, zo ver doet Hij onze overtredingen van ons;
  13. zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen, zo ontfermt Hashem zich over wie Hem vrezen.
  14. Want Hij weet hoe wij geformeerd zijn, Hij herinnert zich dat wij stof zijn.
  15. Een mens - zijn dagen zijn als gras, als een bloem in het veld, zo bloeit hij;
  16. als de wind daarover is gegaan, is zij niet meer, en haar plaats kent haar niet meer.
  17. Maar de liefde van Hashem is van eeuwigheid tot eeuwigheid over wie Hem vrezen, en zijn gerechtigheid over kindskinderen,
  18. over hen die zijn verbond onderhouden en die zijn voorschriften gedenken om die te doen.
  19. Hashem heeft zijn troon in de hemel gevestigd en zijn koningschap heerst over alles.
  20. Zegent Hashem, jullie zijn engelen, jullie sterke helden die zijn woord doen; om te luisteren naar de klank van zijn woord.
  21. Zegent Hashem, al jullie zijn legerscharen, jullie zijn dienaren, die zijn wil doen.
  22. Zegent Hashem al zijn werken, in al de plaatsen van zijn heerschappij. Zegen Hashem, mijn ziel.

Malben - Studiecentrum voor Noachieten uit de vier windhoeken.