Dag 18

- Elohim spreek uit Elokim is een gebruikelijke naam voor God in the Hebreeuwse Bijbel.
- Hashem betekent letterlijk: "De Naam" en is een vervangende term voor de Almachtige zodat wij niet riskeren Gods naam ijdel te gebruiken.
Psalm 88
- Een lied. Een psalm van de zonen van Korach. Voor de dirigent op magalat leannot. Een maskil van Heman, de Ezrachiet.
- Hashem, Elokim van mijn redding, ik schreeuw overdag en in de nacht ben ik voor U.
- Laat mijn gebed voor U komen, neig uw oor tot mijn smeken;
- want mijn ziel is verzadigd van kwaad, en mijn leven is het dodenrijk nabij.
- Ik word gerekend met hen die neerdalen in het graf, ik was als een man zonder kracht.
- Ik word geacht onder de doden, die vrij zijn, als de verslagenen die liggen in het graf, die U niet meer gedenkt, en die afgesneden zijn door uw hand.
- U hebt mij in de diepste kuil gelegd, in een donkere plaats, en in schaduwrijke diepten.
- Op mij rust uw gramschap, op mij drukken al uw baren neer. sela
- Mijn bekenden hebt U van mij verwijderd, U hebt mij tot een gruwel voor hen gemaakt; ik ben gevangen en kan niet heengaan.
- Mijn oog kwijnt van ellende; Hashem, ik roep U dagelijks aan, ik breid mijn handen naar U uit.
- Zult U aan de doden een wonder doen? Zullen overledenen opstaan en U danken? sela
- Zal men in het graf uw goedheid vertellen, of uw trouw in de plaats van de ondergang?
- Worden uw wonderen in de duisternis bekend en uw gerechtigheid in het land van de vergetelheid?
- Maar ik schreeuw tot U, Hashem, en in de ochtend komt mijn gebed voor U.
- Waarom, Hashem, verstoot U mijn ziel en verbergt U uw aangezicht voor mij?
- Ik ben ellendig en wegstervend van mijn jeugd aan, ik draag uw verschrikkingen, en ik ben radeloos;
- uw toorn gaat over mij heen, uw verschrikkingen brengen mij tot zwijgen;
- de hele dag omringen ze mij als water, zij omringen mij tezamen.
- Vriend en metgezel hebt U van mij verwijderd; mijn bekenden zijn één en al duisternis.
Psalm 89
- Een maskil van Ethan, de Ezrachiet.
- Ik wil eeuwig zingen van de liefde van Hashem, van geslacht tot geslacht wil ik met mijn mond uw trouw bekend maken.
- Want ik zei: voor altijd wordt [uw] liefde gebouwd; in de hemel bevestigt U uw trouw.
- Ik sloot een verbond met mijn uitverkorene, aan mijn knecht David heb Ik gezworen:
- Voor eeuwig zal Ik je nageslacht bevestigen en je troon bouwen van geslacht tot geslacht. sela
- Dan zullen de hemelen uw wonderen loven Hashem, ook uw trouw in de gemeente der heiligen;
- want wie is in de wolken gelijk aan Hashem en wie is onder de zonen der goden gelijk aan Hashem?
- Elokim is zeer ontzagwekkend in de grote kring van de heiligen, en wordt gevreesd door allen die rondom Hem zijn.
- Hashem, Elokim Tzebaoth, wie is sterk als U, o Hashem? En uw trouw is rondom U.
- U heerst over de overmoed der zee; wanneer zijn golven zich verheffen, bedaart U ze.
- U verbrijzelt Rahab als een dode, U verstrooit uw vijanden met een sterke arm.
- Van U is de hemel en ook de aarde; de wereld en haar volheid hebt U gegrondvest.
- Noord en zuid, U hebt hen geschapen, Tabor en Hermon zingen jubelend in uw naam.
- U hebt een machtige arm, uw hand is sterk, uw rechterhand is verheven;
- gerechtigheid en recht zijn de grondslag van uw troon, liefde en trouw gaan voor U uit.
- Gelukkig is het volk dat de jubelroep kent, zij wandelen, Hashem, in het licht van uw aanschijn;
- in uw naam zullen zij zich de hele dag verheugen, en door uw gerechtigheid worden zij verhoogd.
- Want U bent de pracht van hun kracht en door uw welbehagen zult U onze hoorn verhogen;
- want van Hashem is ons schild, en van de heilige Israëls onze koning.
- Vroeger hebt U in een gezicht gesproken tot uw vromen en gezegd: aan een held heb Ik hulp toebedeeld, Ik heb een verkorene uit het volk verheven;
- Ik heb David mijn knecht gevonden, met mijn heilige olie heb Ik hem gezalfd;
- voor wie mijn hand tot steun zal zijn, ook zal mijn arm hem sterken,
- geen vijand zal hem overvallen en geen booswicht zal hem verdrukken;
- maar Ik zal voor zijn aangezicht zijn tegenstanders verpletteren, en zij die hem haten zal Ik slaan.
- Maar mijn trouw en mijn liefde zullen met hem zijn, en door mijn naam zal zijn hoorn verhoogd worden;
- Ik zal zijn hand leggen op de zee en zijn rechterhand op de rivieren.
- Hij zal mij noemen: U bent mijn vader, mijn Elokim en de rots van mijn redding.
- Ook zal Ik hem tot een eerstgeborene maken, tot de hoogste onder de koningen der aarde.
- Voor eeuwig zal Ik mijn liefde voor hem bewaren en mijn verbond met hem zal vaststaan;
- zijn nageslacht zal Ik voor altijd doen voortbestaan en zijn troon als de dagen van de hemel.
- Wanneer zijn kinderen mijn Tora zullen verlaten en niet wandelen in mijn rechtsvoorschriften;
- wanneer zij mijn wetten zullen ontheiligen, en mijn geboden niet zullen onderhouden,
- dan zal Ik hun overtredingen straffen met de roede, en hun zonden met plagen;
- maar mijn liefde zal Ik niet aan hem onthouden, en mijn trouw zal ik niet verloochenen,
- Ik zal mijn verbond niet ontheiligen en niet veranderen wat over mijn lippen is gekomen.
- Eenmaal heb Ik gezworen bij mijn heiligheid: tegen David zal Ik zeker niet liegen!
- Zijn nageslacht zal voor eeuwig zijn, en zijn troon zal als de zon voor mij zijn;
- als de maan zal hij voor altijd vaststaan, en een getrouwe getuige zijn aan de hemel. sela
- Maar U hebt verstoten en veracht, en bent boos geworden op uw gezalfde;
- U hebt uw verbond met uw knecht verworpen, en zijn kroon ter aarde ontwijd;
- al zijn muren hebt U verbroken, zijn vestingen gemaakt tot puin;
- al die op de weg voorbij gingen, plunderden hem, hij werd een smaad voor zijn buren;
- U verhoogt de rechterhand van zijn tegenstanders en al zijn vijanden hebt U verheugd;
- ook hebt U de scherpte van zijn zwaard omgekeerd, en doet hem niet standhouden in de strijd;
- U maakte een einde aan zijn pracht, en hebt zijn troon ter aarde neergeworpen;
- U hebt de dagen van zijn jeugd verkort, en hem met smaad bedekt. sela
- Hoelang Hashem, zult U zich voortdurend verbergen, en zal uw toorn branden als vuur?
- Gedenk, hoe kort mijn levensduur is, tot welke nietigheid U alle mensenkinderen hebt geschapen.
- Welk mens leeft er die de dood niet zal zien, die zijn ziel zal redden uit de macht van het dodenrijk? sela
- Hashem, waar is uw eerste liefde, die U in uw trouw aan David hebt gezworen?
- Gedenk Hashem, de smaad van uw knechten; die ik in mijn boezem draag van alle grote volken,
- daarmee smaden uw vijanden, Hashem, daarmee smaden zij de voetstappen van uw gezalfde!
- Gezegend is Hashem voor altijd. Amen. Amen.