Dag 13

- Elohim spreek uit Elokim is een gebruikelijke naam voor God in the Hebreeuwse Bijbel.
- Hashem betekent letterlijk: "De Naam" en is een vervangende term voor de Almachtige zodat wij niet riskeren Gods naam ijdel te gebruiken.
Psalm 69
- Voor de dirigent. Op de Shoshaniem. Van David.
- Elokim red mij, want het water komt mij tot aan de ziel;
- ik ben verzonken in de diepten van het moeras, waar ik niet kan staan; ik ben in diepe wateren gekomen, een vloed overstroomt mij.
- Ik ben moe door mijn roepen, mijn keel is hees, mijn ogen zijn bezweken van het wachten op Elokim.
- Talrijker dan de haren op mijn hoofd zijn zij, die mij zonder oorzaak haten; machtig zijn zij, die mij willen vernietigen, mijn valse vijanden; wat ik niet geroofd heb, moet ik toch teruggeven.
- Elokim, U kent mijn dwaasheid, en mijn schuldige daden zijn voor U niet verborgen.
- Laten door mij niet beschaamd worden die op U wachten, Hashem, Hashem Tzebaoth; laten door mij niet te schande worden die U zoeken, Elokim van Israël.
- Want om Uwentwil draag ik schande, bedekt schaamte mijn gezicht.
- Ik ben een vreemde voor mijn broeders en ik ben onbekend bij de zonen van mijn moeder;
- want de ijver voor uw huis verteert mij en de spotternijen van hen, die U bespotten, vallen op mij.
- Ik weende onder het vasten van mijn ziel en het werd mij tot spot;
- ik maakte een boetekleed tot mijn kleed en ik werd hen tot een spreekwoord.
- Die in de poort zitten spreken over mij – een spotlied van drinkers.
- Maar ik bid tot U, Hashem, op een aangename tijd; Elokim, antwoord mij in uw grote goedertierenheid en met uw trouwe hulp.
- Red mij uit het slijk opdat ik niet verzink, red mij van mijn haters en uit het diepe water.
- Laat de watervloed mij niet overstromen en mij niet verzwelgen in de diepte en de mond van de put zich boven mij niet sluit.
- Antwoord mij, Hashem, want goed is uw goedertierenheid, wend U tot mij naar uw grote barmhartigheid.
- Verberg uw aangezicht niet voor uw knecht, want ik ben in nood; antwoord mij snel.
- Nader tot mijn ziel, verlos haar, opdat ik bevrijd word van mijn vijanden.
- U kent mijn smaad, mijn schaamte en mijn schande; allen die mij benauwen staan voor U.
- Smaad breekt mijn hart en ik ben ziek en wachtte op medeleven, en er was niemand; op troosters en ik vond hen niet.
- En zij gaven mij gif te eten en in mijn dorst gaven ze mij azijn te drinken.
- Mag hun tafel een strik voor hen zijn, en vredeoffers tot een val.
- Laten hun ogen verduisterd worden, zodat ze niet zien en laten hun lendenen steeds schudden;
- giet uw toorn over hen uit en de gloed van uw gramschap achterhale hen.
- Hun tentenkamp worde tot woestenij en in hun tenten zij geen bewoner.
- Want die U geslagen hebt, achtervolgen zij en zij vertellen over de pijn van de door U dodelijk gewonden.
- Voeg zonde bij hun zonde en laat ze niet komen tot uw gerechtigheid.
- Verdelg ze uit het boek van de levenden en dat zij niet ingeschreven worden met de rechtvaardigen.
- Maar ik ben ellendig en lijd pijn, Elokim moge uw redding mij beschermen.
- Ik zal de naam van Elokim prijzen met een lied en ik zal hem met dankzegging groot maken;
- dit zal Hashem meer goed doen dan een stier met horens en hoeven.
- De ellendigen zien het en zullen verheugd zijn; zij die Elokim zoeken, hun hart zal opleven.
- Want Hashem luistert naar de armen en zijn gevangenen veracht Hij niet.
- De hemel en de aarde zullen Hem prijzen en de zeeën met al wat daarin wemelt.
- Want Elokim zal Sion redden en Hij zal de steden van Juda bouwen, zij zullen daarin wonen en het bezitten;
- en de nakomelingen van zijn knechten zullen het erven en die zijn naam liefhebben zullen daarin wonen.
Psalm 70
- Voor de dirigent. Van David. Ter herinnering.
- Het behage U Elokim mij te redden, haast U Hashem om mij te redden!
- Laten allen beschaamd en schaamrood worden, die mijn leven zoeken om te brengen; terugdeinzen en beschaamd worden, die mijn onheil begeren;
- laten terugkeren, vanwege hun schaamte, zij die over mij roepen: ha, ha!
- Laten allen, die U zoeken zich in U verheugen en verblijden; laten zij, die uw heil liefhebben, steeds zeggen: Elokim is groot!
- Maar ik ben ellendig en arm, Elokim, haast U tot mij! U bent mijn helper en mijn redder, Hashem, draal niet!
Psalm 71
- Bij U, Hashem, schuil ik; laat mij nooit beschaamd worden.
- Door uw rechtvaardigheid redt en bevrijdt U mij; neig uw oor naar mij en verlos mij.
- Wees voor mij een rots ter woning, waarheen ik altijd kan gaan, die U beschikt hebt voor mijn redding, want U bent mijn rots en mijn vesting.
- Mijn Elokim, mijn redder uit de hand van de goddeloze, uit de greep van de slechteriken en de onderdrukkers.
- Want op U hoop ik Hashem Hashem, mijn vertrouwen van mijn jeugd aan;
- op U heb ik gesteund van de moederschoot aan, uit het ingewand van mijn moeder hebt U mijn [navelstreng] losgesneden. U geldt bestendig mijn lofzang.
- Ik ben voor velen als een teken, U was mijn machtige schuilplaats.
- Mijn mond vulde zich met uw lof, de hele dag met uw glorie.
- Verwerp mij niet in mijn ouderdom, verlaat mij niet wanneer mijn kracht vergaat.
- Want mijn vijanden spreken over mij en zij die mijn leven belagen, beraadslagen tezamen.
- En zeggen: Elokim heeft hem verlaten, achtervolgt hem en grijpt hem, want er is geen redder.
- Elokim, verwijder U niet van mij; mijn Elokim, haast U mij te helpen.
- Laten de tegenstanders van mijn ziel beschaamd worden en vergaan; laten met smaad en schande bedekt worden die mij kwaad zoeken te doen.
- En ik, ik zal steeds wachten en uw lof vermeerderen;
- mijn mond zal uw gerechtigheid vertellen en dagelijks uw heil, maar ik weet ze niet te tellen.
- Ik zal verkondigen de machtige daden van Hashem Hashem, ik zal uw gerechtigheid vermelden, de uwe alleen.
- Elokim, U hebt mij van mijn jeugd aan geleerd, tot nu toe vertel ik uw wonderen;
- ook nu ik oud en grijs ben, verlaat mij niet Elokim, totdat ik aan dit geslacht uw arm verkondig en aan ieder, die komt, uw kracht.
- Elokim uw gerechtigheid reikt tot in de hoge, U die grote dingen doet, Elokim; wie is U gelijk?
- U hebt mij veel en ernstige ellende doen zien, doe mij herleven en doe mij weer uit het diepste der aarde omhoog komen.
- Wil mijn grootheid vermeerderen en maak U op om mij te troosten.
- Ook zal ik U danken met een harp voor uw trouw, mijn Elokim; ik zal van U zingen met de lier, heilige Israëls.
- Mijn lippen zullen jubelend juichen, wanneer ik van U zal zingen en mijn ziel, die U hebt verlost.
- Ook zal mijn tong de hele dag van uw gerechtigheid gewagen, want zij worden beschaamd en schaamrood, die mij zoeken kwaad te doen.