BSD

Dag 11

     psalms
  • Elohim spreek uit Elokim is een gebruikelijke naam voor God in the Hebreeuwse Bijbel.
  • Hashem betekent letterlijk: "De Naam" en is een vervangende term voor de Almachtige zodat wij niet riskeren Gods naam ijdel te gebruiken.

Psalm 60

  1. Voor de dirigent. Op sjoesjan edoet. Een michtam van David, om te leren;
  2. toen hij oorlog voerde tegen Aram Naharaim en tegen Aram Tzoba en Joab terugkeerde en Edom sloeg in het zoutdal: twaalfduizend man.
  3. Elokim, U hebt ons verworpen, U hebt ons verbroken, U was toornig; herstel ons!
  4. U liet de aarde beven en scheuren; genees haar breuk, want zij wankelt.
  5. U hebt uw volk harde dingen doen zien, U liet ons wijn drinken, die ons deed waggelen.
  6. U gaf een banier aan hen, die U vrezen om zich ter wille van de waarheid te verzamelen. sela
  7. Zodat uw geliefden gered worden, bevrijd door uw rechterhand en antwoord mij.
  8. Elokim heeft gesproken in zijn heerlijkheid. Ik zal juichen, ik zal Sichem verdelen en het dal van Sukkot uitmeten.
  9. Van mij is Gilead en van mij is Manasse, en Ephraim is mijn helm, terwijl Juda mijn heersersstaf is;
  10. Moab is mijn wasbekken en op Edom werp ik mijn schoen, over Filistea zal ik juichen.
  11. Wie zal mij brengen naar de versterkte stad, wie zal mij leiden naar Edom?
  12. Bent U het niet, Elokim, die ons verworpen hebt; bent U, Elokim niet uitgetrokken met onze legerscharen?
  13. Geef ons hulp tegen de vijand, want hulp van mensen is tevergeefs.
  14. Met Elokim zullen wij kloeke daden doen en Hij zal onze vijanden vertrappen.

Psalm 61

  1. Voor de dirigent. Op snaarinstrumenten. Van David.
  2. Hoor, Elokim, mijn luide smeken en geef acht op mijn gebed.
  3. Van het eind van het land roep ik tot U, om der wille van mijn zwakke hart; leid mij op een rots die mij te hoog is.
  4. Want U bent een schuilplaats voor mij geweest, een sterke toren tegen de vijand.
  5. Ik zal voor eeuwig wonen in uw tent, ik zal schuilen en mij verbergen onder uw vleugelen. sela
  6. Want U, Elokim, hoorde mijn geloften, U gaf bezit aan hen die uw naam vrezen.
  7. U zult dagen toevoegen aan de dagen van de koning, mogen zijn jaren zijn als van geslacht tot geslacht;
  8. dat hij eeuwig mag zitten voor Elokim, dat goedertierenheid en trouw hem mogen behoeden.
  9. Dan zal ik uw naam voor altijd prijzen, om mijn gelofte dag aan dag te betalen.

Psalm 62

  1. Voor de dirigent. Op jedutun. Een Psalm van David.
  2. Waarlijk, mijn ziel is stil tot Elokim, van Hem is mijn redding;
  3. waarlijk, Hij is mijn rots en mijn redding, mijn schuilplaats, ik zal niet te zeer wankelen.
  4. Hoelang zullen jullie op een man aanstormen? Jullie moordenaars, worden als een hellende wand, een omgestoten muur.
  5. Waarlijk, zij beraadslagen om hem van zijn hoogte af te stoten, zij scheppen behagen in leugen; met hun mond zegenen zij, maar in hun binnenste vervloeken zij. sela
  6. Waarlijk, mijn ziel, wacht geduldig op Elokim, want mijn hoop is op Hem.
  7. Waarlijk, Hij is mijn rots en mijn redding, mijn schuilplaats. Ik zal niet wankelen.
  8. In Elokim is mijn redding en mijn eer, rots van mijn kracht, in Elokim is mijn schuilplaats.
  9. Vertrouw altijd op Hem, o volk. Stort jullie hart voor Hem uit; Elokim is voor ons een schuilplaats. sela
  10. Waarlijk, een ademtocht zijn de mensenkinderen, een leugen zijn de aanzienlijken; op de weegschaal gaan zij omhoog, zij zijn samen [lichter] dan een ademtocht.
  11. Vertrouwt niet op chantage, stelt geen ijdele hoop op roverij; als je vermogen groeit, zet je hart er niet op.
  12. Eenmaal heeft Elokim gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord; de sterkte behoort Elokim.

Psalm 63

  1. Een psalm van David, toen hij verbleef in de woestijn van Juda.
  2. Elokim, U bent mijn Elokim, U zoek ik, mijn ziel dorst naar U, mijn lichaam verlangt naar U in een droog en dorstig land, zonder water.
  3. Zo heb ik U in het heiligdom aanschouwd, om uw kracht en eer te zien.
  4. Want uw goedheid is beter dan leven; mijn lippen zullen U prijzen.
  5. Zo zal ik U mijn leven lang zegenen, in uw naam mijn handen opheffen.
  6. Als met vet en merg word ik verzadigd en mijn lippen zullen jubelend zingen, mijn mond zal U loven,
  7. wanneer ik U gedenk op mijn bed, terwijl ik wakker lig, denk ik over U na.
  8. Want U bent voor mij een hulp geweest en in de schaduw van uw vleugels zal ik juichend zingen.
  9. Mijn ziel is aan U gehecht, uw rechterhand houdt mij vast.
  10. Zij, die mijn ziel zoeken te vernietigen, zij zullen komen in de diepten van de aarde.
  11. Zij zullen overgeleverd worden aan de macht van het zwaard, zij zullen een prooi der vossen worden.
  12. Maar de koning zal zich verheugen in Elokim; geprezen zullen worden allen die bij Hem zweren, want de mond van de leugensprekers zal gestopt worden.

Psalm 64

  1. Voor de dirigent. Een psalm van David.
  2. Hoor, Elokim, mijn stem in mijn klagen, behoed mijn leven voor de verschrikking van de vijand;
  3. verberg mij voor de vergadering van boosdoeners en van de rusteloosheid van de werkers van het kwaad,
  4. die hun tongen scherpen als een zwaard, die hun pijl aanleggen: een bitter woord.
  5. Om heimelijk te schieten op de onschuldigen; plotseling schieten zij op hen zonder iets te vrezen.
  6. Zij maken zich sterk voor een kwade zaak, zij spreken ervan valstrikken te verbergen en zeggen wie zal ze zien?
  7. Zij zoeken om kwaad te doen; wij zijn gereed, het plan is goed bedacht; ieders binnenste en hart is ondoorgrondelijk.
  8. Maar Elokim zal plotseling een pijl op hen afschieten; daar zijn hun wonden.
  9. Hun tong doet hen over zichzelf struikelen; allen die hen zien zullen hun hoofd schudden.
  10. Dan vrezen alle mensen en vertellen dat het Elokim 's werk is en zij zien zijn daden.
  11. De rechtvaardige zal zich verheugen in Hashem en bij Hem schuilen en alle oprechten van hart zullen zich beroemen.

Psalm 65

  1. Voor de dirigent. Een psalm van David. Een lied.
  2. Stilte, is voor U Elokim een lofzang in Sion; en aan U zal de belofte worden betaald.
  3. U bent hoorder van het gebed en tot U komt al wat leeft.
  4. Verkeerde daden groeien mij boven het hoofd; U verzoent onze zonden.
  5. Gelukkig is hij, die U verkiest en doet naderen, hij zal wonen in uw voorhoven. Mogen wij verzadigd worden door het goede van uw huis, het heilige van uw tempel.
  6. Met ontzagwekkende daden antwoordt U ons in gerechtigheid, Elokim van onze redding, op U vertrouwen al de einden der aarde en de verre zeeën;
  7. die de bergen vastzet met zijn kracht en omgordt met sterkte;
  8. die het geraas van de zeeën tot rust brengt, het geraas van de golven en het rumoer van de volkeren.
  9. Daarom vrezen zij, die de einden bewonen voor uw tekenen; waar de morgen gloort en de avond daalt, brengt U gejuich.
  10. U bekommert zich om de aarde en geeft het overvloed en maakt het zeer rijk. De beek van Elokim is vol water, U bereidt hun koren. Want zo bereidt U het [land].
  11. U drenkt zijn voren, U doorvochtigt zijn kluiten, met milde regen maakt U het zacht; en zegent zijn gewas.
  12. U kroont het jaar met uw goedheid en uw sporen druipen van vet;
  13. de oasen van de woestijn druipen en de heuvelen omgorden zich met vreugde.
  14. De weiden zijn bekleed met kudden en de dalen tooien zich met graan: en zij juichen en ook zingen zij.

Malben - Studiecentrum voor Noachieten uit de vier windhoeken.