Tetsaweh notendop
Exodus 27:20 – 30:10
De parasja van deze week, Tetsaweh, vertelt ons wat meer over de de gang van zaken rondom de Tabernakel. Het eerste wat besproken wordt is de olijfolie die gebruikt wordt voor de verlichting van de menora. Aaron en zijn zonen moeten zuivere olijfolie nemen en elke avond de menorah aansteken.
Vervolgens wordt gesproken over de speciale kleding die de kohaniem moeten dragen. De kohaniem zijn de priesters - de kinderen en afstammelingen van Aaron - die dienden in de Tabernakel en later in de Beit Hamikdash (de Tempel) in Jeruzalem. Wanneer ze in de Tabernakel waren voor het uitvoeren van hun diensten, zoals het brengen van een offer, of het aansteken van de menora, of de Tabernakel afbraken en weer opzetten (vergeet niet, het was een reizende Tabernakel), moesten ze speciale kleding dragen. Deze kleding bestond uit 1) de ketonet - een lang linnen hemd; 2) michnasayim - een linnen broek; 3) mitznefet of migba'at - een hoed of muts; 4) avnet - en een lange sjerp (band) boven de taille gewikkeld. Je kunt je voorstellen hoe vorstelijk de kohaniem eruit zagen toen ze hun heilige werk deden in De Tabernakel en hun speciale kleding droegen.
De Kohen Gadol - de "Hogepriester," de Kohen die het belangrijkste werk deed, de eerste was Aaron - moest vier extra kledingstukken dragen: 5) de efod, een soort zeer luxe schort, gemaakt van blauw, paars en rood geverfde wol, linnen en gouddraad; 6) de Chosjen, een heel bijzondere kledingstuk dat werd gedragen op de borst, met twaalf edelstenen waarin de namen van de twaalf stammen van Israël waren gegraveerd; 7) me'il - een mantel van blauwe wol, met gouden klokken en granaatappels hangende tot de bodem; 8) de Tzitz - een gouden plaat gedragen op het voorhoofd als een soort band, met de woorden "Heilig aan God' daarin gegraveerd.
God vertelt vervolgens aan Mozes hoe Aaron en zijn zonen in te wijden als eerste Kohaniem. Ze moeten buiten de Tabernakel staan met een stier die als offer zal worden gebracht. Mozes doet Aaron dan zijn acht kledingstukken aan en giet wat "zalfolie" op zijn hoofd. Dan zullen de zonen van Aaron hun kleding aantrekken. Zij zullen dan officieel Kohaniem zijn en kunnen hun dienst in de Tabernakel beginnen. Vanaf nu zullen al hun kinderen altijd Kohaniem zijn. Het laatste onderwerp in de parasja zijn de instructies voor het bouwen van een gouden altaar.
Bron: Tetzaveh Roundup