Kie Tisa notendop
Exodus 30:11 - 34:35
De parasja van deze week bespreekt drie belangrijke dingen: de Tabernakel, het Gouden Kalf en de twee stenen Tafelen.
De Tabernakel
We hebben in de afgelopen twee parasjas al gesproken over de instructies van God om de Tabernakel te bouwen, en we horen er nu nog het één en ander over.
- Iedere Jood moet een halve shekel geven voor de bouw van de Mishkan (Tabernakel). Deze munten zullen ook worden gebruikt om de Joden te tellen.
- Een wasvat van koper moet bij de ingang van de Mishkan worden geplaatst, en Aaron en zijn zonen moeten hun handen en voeten wassen voordat ze de diensten uitvoeren.
- Een recept van olie met kruiden wordt gegeven die Mozes moet maken om de Mishkan en al haar gereedschap te zalven waardoor ze geheiligd worden voor gebruik.
- Vervolgens wordt het geheime recept voor de Ketoret, het offer van wierook dat op het gouden altaar werd gebracht, beschreven.
- Aan twee ambachtslieden, Bezalel en Aholiab, wordt de leiding gegeven over de bouw van de Mishkan.
De Joden ontvangen opnieuw het gebod om de sabbat te houden.
Het Gouden Kalf
Nadat de Joden de Tien Geboden op de berg Sinaï hadden gehoord, ging Mozes de berg op om de twee stenen Tafelen van God te ontvangen. De Joden weten, dat hij wordt verondersteld na veertig dagen terug te komen, maar dit gebeurde niet. En toen hij niet naar beneden kwam op het moment dat zij hem verwachten, raken ze in verwarring over wat er met hem is gebeurd. Ze maken een gouden kalf en maken het tot een afgod, aanbidden het en brengen offers.
Wanneer God dit ziet, is Hij erg boos, en wil het hele Joodse volk vernietigen, en vertelt Hij Mozes dat Hij een nieuwe natie met hem zal beginnen. Mozes bidt voor de Joden, smeekt God hen te redden. Mozes daalt vervolgens met de Tafelen de berg af. Toen hij het kamp van de Joden naderde en het Gouden Kalf zag, gooide hij de Tafelen naar beneden, verbrijzelde hen, en vernietigde het Gouden Kalf. Mozes verzamelt dan al de Levieten, en ze vermoorden iedereen die betrokken was bij de bouw van het Gouden Kalf.
Dan gaat Mozes terug naar God en bidt voor de Joden. Hij vertelt God zelfs, dat als Hij hun zonden niet vergeeft, dat God dan maar zijn naam uit de hele Tora moet wissen. God vergeeft, maar de Joden worden gestraft met een plaag, en de invloed van de zonde wordt voor een lange tijd gevoeld.
God vertelt Mozes dat hij nu een engel zal zenden om hen te vergezellen, maar Mozes zegt dat ze weigeren verder te gaan, tenzij God zelf met hen meegaat. En zo gaat God ermee accoord dat Hijzelf de Joden zal vergezellen op de weg naar het Heilige Land.
Mozes maakt twee nieuwe Tafelen en gaat dan weer de berg op, zodat God de Tien Geboden kan graveren. Op de berg, ziet Mozes een visioen van de heerlijkheid van God, en toen hij naar beneden kwam, straalde zijn gezicht zo helder dat hij een sluier moest dragen. Hij doet de sluier alleen af wanneer hij spreekt met God en de Joden de Tora onderwijst.
Bron: Ki Tisa Roundup