De profetenlezing voor parasja Wajigasj
Ezechiël 37:15-28
De profetenlezing van deze week beschrijft de fusie van de koninkrijken van Juda en Jozef tijdens het Messiaanse tijdperk, in navolging van het begin van de Tora-lezing van deze week: "Toen trad Juda op hem [Jozef] toe....." Genesis 44:18.
De profeet Ezechiël deelt met ons een profetie, die hij van God ontving, waarin God hem instrueert om twee stokken te nemen en op de ene te schrijven: "Voor Juda, en voor de kinderen van Israël zijn metgezellen" en op de andere, "Voor Jozef, het huis van Efraïm en het ganse huis Israëls, zijn metgezellen." Nadat hij dit gedaan had kreeg hij te horen om de twee bij elkaar te brengen, en God maakte er één stuk hout van. (37:16,17)
God legt Ezechiël uit dat deze stokken symbolisch zijn voor het huis van Israël, dat was verdeeld in twee (vaak strijdende) koninkrijken: het noordelijke koninkrijk, dat werd opgericht door Jerobeam, een lid van de stam van Efraïm, en het zuidelijke Koninkrijk, dat onder het bewind bleef van de dynastie van David (Judea). De fusie van de twee stokken vertegenwoordigde de samenvoeging van de koninkrijken, die plaats zal vinden tijdens het Messiaanse tijdperk - met de Messias, een afstammeling van David, aan het roer van dit verenigde rijk.
"Zo zegt Hashem: "Zie, Ik zal de kinderen Israëls uit de volken nemen waarheen zij zijn gegaan, en Ik zal ze vergaderen van rondom, en Ik zal hen naar hun land brengen. Ik zal hen tot één volk maken in het land, op de bergen van Israël, en zij zullen allen één koning hebben." (37:21,22)
De profetenlezing eindigt met de zekerheid van God, dat "Zij zullen wonen in het land dat Ik aan mijn dienaar, aan Jakob,gegeven heb, waarin uw voorouders leefden, en zij zullen daarin voor altijd wonen, zij en hun kinderen en hun kleinkinderen; en mijn knecht David zal voor altijd hun vorst zijn." (37:25)
Bron: Haftorah in a Nutshell