De profetenlezing voor parasja Noach
Jesaja 54:1-10
Het verlaten Jeruzalem wordt vergeleken met een onvruchtbare vrouw zonder kinderen. God beveelt haar zich te verheugen, want de tijd zal spoedig komen dat de Joodse natie zal terugkeren en zich vermenigvuldigen, en Israël zal eenmaal de verwoeste steden opnieuw bevolken. De profeet verzekert het Joodse volk dat God hen niet heeft verlaten. Hoewel Hij tijdelijk Zijn gelaat voor hen heeft verborgen. Hij zal ze met grote genade vergaderen uit de ballingschap. De profetenlezing vergelijkt de uiteindelijke verlossing met het verbond dat God met Noach sloot in de Tora-lezing van deze week. Net zoals God beloofde om nooit meer een overstroming te brengen over de hele aarde, zo zal hij nooit meer boos zijn op het Joodse volk.
"Want de bergen kunnen bewegen en de heuvels kunnen instorten, maar Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken, noch zal het verbond van Mijn vrede instorten."
Bron: Haftorah-in-a-Nutshell