De profetenlezing voor parasja Choekat
Richteren 11:1-33
De profetenlezing van deze week beschrijft hoe de Israëlieten door het volk Ammon werden aangevallen. De Israëlieten verzochten Jefta om hen aan te voeren in de strijd tegen deze militaire bedreiging. Jefta stuurde eerst een bericht naar Ammon, met zijn vreedzame bedoelingen. In zijn bericht memoreerde hij ook de verovering door de Israëlieten van de landen van Sichon en Og. Overwinningen die gerelateerd zijn aan de parasja van deze week.
Jefta, de Gileadiet, was de zoon van een hoer. Hij werd door zijn half broers en zusters weggestuurd, en hij vestigde zich in het land Tob waar hij een groot strijder werd. Toen het volk Ammon de Israëlieten aanviel, werd Jefta opgeroepen om de Israëlieten in de strijd aan te voeren. Jefta ging akkoord, op één voorwaarde: "Als je mij terug haalt om met de Ammonieten vechten, en G-d levert ze aan mij over, dan zal ik jullie leider worden." De Israëlieten accepteerden zijn voorwaarden.
Jefta probeerde een vreedzame oplossing voor het conflict te vinden door boodschappers naar de koning van Ammon te sturen om die te bepraten. Maar hij bleef onbuigzaam. Jefta leidde zijn landgenoten succesvol in de strijd en zij trokken op en elimineerden de bedreiging van de Amonnieten.
Bron: Haftorah in a Nutshell