Parasjat Wajikra
De letter Alef
In het eerste woord van het derde boek van Mozes, Wajikra is de laatste letter- de alef- klein geschreven.
Er zijn drie soorten letters die in de Tora voorkomen. De grote letters, bijvoorbeeld de alef rabbati in 1 Kronieken 1:1, de kleine letters zoals de alef ze'ira (de kleine alef) in Leviticus 1:1 en de gewone middelmatige letters waarmee de Tora geschreven is.
Toen de Tzemach Tzedeq, de derde Chabad Rebbe een kleine jongen was, vroeg hij zijn grootvader Admor HaZaqen (de stichter van het Chabad chassidisme) eens waarom de alef in het woord wajikra kleiner is dan alle andere letters. Zijn grootvader Admor HaZaqen verzonk in diepe gedachten en antwoordde zijn kleinzoon dat in 1 Kronieken 1:1 de naam van de eerste mens Adam met een grote letter alef staat geschreven. Deze grote alef verwijst ernaar dat Adam zich zeer belangrijk voelde omdat HaSjem Zelf hem geschapen had. Adam kende zijn kwaliteiten en voelde zich belangrijk. Dit leidde later tot de zonde van de boom der kennis van goed en kwaad.
Hier in Leviticus 1:1 roept HaSjem Mozes en staat de alef klein geschreven. Deze kleine alef verwijst ernaar dat Mozes Rabbenoe een zeer nederig mens was. Ook al kende Mozes zijn kwaliteiten en zijn goede karaktertrekken hij voelde zichzelf niet belangrijk en kende geen trots. De Tora zelf beschrijft Mozes Rabbenoe als een nederig mens. Mozes dacht namelijk, dat wanneer iemand anders al zijn goede kwaliteiten zou bezitten, dat die andere persoon de gegeven kwaliteiten beter zou benutten.
De Tora is met gewone middelmatige letters geschreven omdat de mens middelmatig moet zijn. Studie van de Tora kan de mens tot het niveau van de gematigdheid brengen.
Een andere uitleg van de grote en de kleine alef is dat er hier in Wajikra sprake is dat HaSjem Mozes roept en ten opzichte van HaSjem heeft de mens zich te verkleinen en dient de mens klein te zijn voor HaSjem. Echter in het boek Kronieken gaat het over de geschiedenissen van de wereld en ten opzichte van de wereld heeft de mens zich groot te gedragen: over de wereld te heersen en zijn naaste omgeving positief te beïnvloeden.
Uit Ma'ajan Chaj- Parasjat Wajikra gesprek 2, gesprekken van de Lubawitscher Rebbe over de wekelijkse portie.
Jael
Tzemach Tzedeq is Rabbi Menachem Mendel van Lubawitsch en leefde van 1789-1866.
Admor HaZaqen is Rabbi Schne'or Zalman van Liadi en leefde van 1745-1812.