Waarom bracht Jozef Jacob niet in kennis dat hij nog in leven was?
Parasjat Wajesjev, Genesis 37:1 - 40:23.
Deze vraag is voor veel bijbelcommentators problematisch. Hoe kon Jozef zijn vader toestaan om zolang over hem te treuren? Waarom liet hij Jacob niet weten dat hij in leven was? Egypte was niet zover van Kanaän en het lag zeker in zijn vermogen om een bode naar zijn vader te zenden met de goede tijding dat hij goed en wel in leven was?
Hier zijn enkele antwoorden die op deze vraag gegeven zijn:
Nachmanides verklaart in zijn commentaar op Genesis 42:9 dat Jozef had begrepen dat zijn dromen in feite profetieën waren die in hun geheel vervuld zouden worden. In de eerste droom buigen de elf broers voor hem. In de tweede droom bogen niet alleen de elf broers voor hem maar ook zijn vader (de zon). Jozef concludeerde daaruit dat de eerste droom in zijn geheel moest uitkomen voordat de tweede droom vervuld kon worden. Had Jozef zijn vader bericht gezonden, dan zou Jacob onmiddellijk gekomen zijn om zijn zoon te zien en zou de tweede droom voor de eerste droom uitgekomen zijn.
Jozef wachtte daarom op het moment dat al zijn elf broers, inclusief Benjamin, zouden komen als vervulling van de eerste droom voordat hij zijn identiteit aan zijn broers bekend zou maken en hen de opdracht zou geven om Jacob naar Egypte te brengen. 1)
Ittoeree Tora (een verzameling van Tora gedachten door Rabbijn Aharon Jacob Greenberg) citeert een suggestie dat Jozef zich bezorgd maakte dat HaSjem zijn broers zou straffen voor zijn verkoop. Jozef wilde er zeker van zijn dat zijn broers werkelijk berouw over hun daad zouden betonen. Het optimale niveau van berouw is daar waar de overtreder zich in dezelfde situatie bevindt waar hij de eerste maal de overtreding heeft begaan en dan de keuze neemt om ditmaal de overtreding niet te begaan.
De broers hadden Jozef uit jaloezie als slaaf verkocht. Jozef gaf zijn broers geschenken en aan Benjamin het grootste geschenk (Genesis 43:34) om hun jaloezie op te wekken. Jozef had het zodanig beschikt dat Benjamin als een dief zou worden aangezien zodat hij Benjamin tot slaaf kon nemen.
Toen de broers zonder enige vorm van afgunst voor de bevrijding van Benjamin vochten, wist Jozef dat hun berouw volkomen was. Jozef maakte zich daarna direct aan zijn broers bekend en instrueerde de broers om Jacob te laten weten dat hij in leven was. Had Jozef zijn vader eerder laten weten dat hij in leven was, dan zouden de broers de gelegenheid om hun volkomen berouw te tonen gemist hebben.
De Lubawitscher Rabbi (in Likutee Sichot volume 10 pagina 129vv) beantwoordt deze vraag op basis van het commentaar van Rasji op Genesis 37:33. Daar schrijft Rasji dat Isaac 2), de vader van Jacob, met zijn profetische visie wist dat Jozef in leven was maar dit niet aan Jacob vertelde. 'Hoe kan ik het Jacob vertellen', zei Isaac, 'wanneer HaSjem er voor kiest om dit voor Jacob geheim te houden?'
Jozef volgde dezelfde gedachtengang. Jozef wist dat HaSjem hem met een bepaalde reden naar Egypte had gestuurd en dat HaSjem niet wilde dat Jacob zou weten waar hij was. Daarom weerhield Jozef zich ervan zijn vader een bericht te sturen, alhoewel het Jozef onnoemelijk veel pijn deed dat zijn vader zijn veronderstelde overlijden zou betreuren.
Noot
2) Aartsvader Isaac leefde van 2048-2228 en de verkoop van Jozef vond in het jaar 2216 plaats.
Geschreven door Rochel Chein, Chabad.org
Vertaald door Jael