Wil God dat wij ons verheugen?
Eén ding heb ik nog niet uitgezocht: Wil God dat wij ons verheugen, of niet?
Ik heb gezocht in de klassieke bronnen, maar de opvattingen zijn verdeeld. Hier volgen voorbeelden van wat ik heb gevonden:
Het bijbelse gebod: "Gij zult heilig zijn" (Leviticus 19:2), wordt door de wijzen van de Talmoed begrepen als een bevel om "jezelf te heiligen door je ook te onthouden van dat wat is toegestaan" (Jevamot 20a); Nachmanides gaat zo ver om dit als een van de 613 geboden te beschouwen.
Aan de andere kant, noemt de Tora de Nazireeër (een persoon die een gelofte aflegt zich van wijn te onthouden) een "zondaar". Wat is zijn zonde? Het feit dat hij afstand doet van één van de geneugten van Gods wereld. "Is wat de Tora je verboden heeft niet genoeg", verklaart de Talmoed, "dat je nog meer verboden op je neemt?" Als iemand een "zondaar" is, omdat hij zich van wijn onthoudt, de Talmoed gaat verder en stelt de vraag wat de Tora zou zeggen over die ascetische-types die voortdurend vasten en zichzelf van alles ontzeggen.
Aan de andere kant, noemt de Tora de Nazireeër ook "heilig", waarop een andere Talmoed wijze de redenering van zijn collega's in omgekeerde richting toepast, door je zeggen: als de Tora iemand "heilig" noemt wanneer hij zich onthoudt van wijn, stel je eens voor welke lof zij iemand zou geven die zich onthoudt van alle wereldse genoegens ... (Beide zienswijzen worden geciteerd in Nedariem 10a.)
Hoe zit dit nu met de Ethiek van de Vaderen 6:4: "Dit is de weg van de Tora: Eet brood met zout, drink water in geringe mate, slaap op de grond, en leef een leven van ontberingen". Vergelijk dat eens met de bewering van Rabbi Nachman dat een aspekt van een Tora wet goed kan worden begrepen na het genieten van een sappige biefstuk (Bava Kama 72a), of een verklaring Rabbi Chizkiah, "Iemand zal zich moeten verantwoorden voor alles wat zijn ogen zagen en waarvan hij geen gebruik heeft gemaakt"(Jerusalem Talmoed, Kiddoesjien 04:12).
Dus wat is het? Moet je het zelf uitzoeken, het alledaagse overstijgen, het openbaren van de suprematie van de geest over de materie? Of is het de goedheid en deugd te vinden in elk deel van Gods wereld en elk aspect van het door God gegeven leven zelf?
Ik denk dat er misschien een hint van de oplossing in de Tora wetten over de geloften zit (Numeri 30), en de manier waarop hun diepere betekenis door Chassidisch onderwijs begrepen wordt. De Tora spreekt over een jonge vrouw, op de drempel van volwassenheid, die belooft zich te onthouden van een bepaald genot (bv "Ik beloof een week geen chocolade te eten!"), en het wettelijke recht van haar vader om haar gelofte te annuleren.
Het idee is dat er omstandigheden en fasen in ons leven zijn, waarin we nog steeds in onze spirituele adolescentie verkeren. In dit stadium zijn "geloften" nodig, omdat een volledige verkenning van onze materiële natuur meer is dan we veilig aankunnen. Maar in een meer gevorderde staat van geestelijke volwassenheid (vertegenwoordigd door de "vader" in de Tora) worden deze geloften vernietigd. Sterker nog, zelfs als de "dochter" in ons strijdt met ons fysieke zelf, wordt het door de "vader" in ons omarmt.
Dat is het concept. Hoe het moet worden toegepast is een andere zaak - zoals ik al zei, ik heb het nog niet uitgezocht.
Door Yanki Tauber
Bron: Does Gd Want Us To Enjoy Ourselves