Een tijd om te vasten en een tijd om te feesten

Bron: Breslev.co.il Bsd

De hoofd-adviseur van de koningin van Nederland staarde door het raam naar buiten, zijn gedachten waren net zo somber als het van regen doordrenkte panorama dat zijn ogen begroetten. Het regende al langer dan een week en het hield maar niet op. Uit elk deel van het land kwamen er verontrustende berichten binnen. De stromende regens, die rustige beekjes razendsnel in woest te keer gaande stromen veranderden, begonnen een grote bedreiging te vormen voor het ingewikkelde dijken-systeem van het land. Als de dijken het zouden begeven, dan kon heel het land overstroomd worden. De vernietiging van leven en bezit zou zeer massaal zijn.

Op zijn bureau lag de opdracht van de koningin: Stuur een boodschapper naar het huis van de rabbijn Elazar Rokeach, leider van de joodse gemeente in Amsterdam, en zeg de rabbijn dat hij de joodse gemeente moet instrueren om te bidden voor het welzijn van het land.

De adviseur begreep niets van de affectie van de koningin voor de oude rabbijn, en waarom zij die Jood in vertrouwen nam. Maar een opdracht is een opdracht en daarom deed hij wat hem bevolen was.

Door de stromende regen, die de klinkerstraten inmiddels in kleine riviertjes hadden veranderd, dwongen de boodschappers hun paarden door te rijden. Toen zij uiteindelijk het huis van de rabbijn Rokeach bereikten, beukte één van de boodschappers ongeduldig op de zware houten deur. De boodschappers werden binnengelaten en terwijl ze naar binnen gingen lieten hun doorweekte jassen plassen water achter.

De kamer waar zij naar toe werden gebracht was mooi verlicht door een heleboel kaarsen, en een knetterend haardvuur verhoogde de stemming van het geheel. Rabbijn Elazar zat aan het hoofdeinde van een grote tafel, omgeven door een grote menigte van zijn volgelingen, die zich allemaal in een joviale sfeer schenen te bevinden. De doorweekte boodschappers merkten ook op dat de tafel beladen was met allerlei lekkernijen en wat nog meer verrassend was met allerlei soorten wijnen en likeuren.

Ondanks de verbazing van de hoofd-boodschapper, toen hij de joden zo zag feesten en drinken op zo'n vroeg tijdstip op de dag, het was nog maar in de middag, uitte hij geen woord. Hij overhandigde gewoon de opdracht van de koningin.

Rabbi Elazar las de inhoud van de brief onmiddellijk en zei tegen de boodschappers dat hij zal doen wat er in zijn vermogen ligt en met dat antwoord verlieten de boodschappers de kamer.

Nadat de boodschappers vertrokken waren, las Rabbi Elazar de brief nog eens over. Het was een gevoelige kwestie. Aan de éne kant had de koningin van Nederland de specifieke opdracht gegeven dat de joden hun best moeten doen om het harde oordeel af te wenden door onmiddellijk te gaan vasten en te klagen. Aan de andere kant echter, was het vandaag Purim, en op Purim heeft de Koning der Koningen ons bevolen om te feesten en om blij te zijn voor de grote redding die de Joden hadden meegemaakt ten tijde van Esther en Mordechai. Wat moest hij nu doen, feesten of vasten.

Rabbijn Elazar had niet veel tijd nodig om tot zijn besluit te komen. Hij frommelde de brief van de koningin terug in zijn zak en riep toen één van zijn studenten. David, een lied, zei de rabbijn en hief zijn glas op om het weer te vullen. Het is nu jouw beurt om ons te leiden.

De student beantwoordde met alle plezier de wens van de rabbijn en binnen een paar tellen waren de boodschappers vergeten. Glazen werden af en aan gevuld, het éne lied volgde het andere en zelfs de kandelaar scheen te schudden van het lachen.

Iedere keer wanneer er een stil moment in de vrolijkheid viel, beval de rabbijn aan de één om nog een grappig verhaal te vertellen en aan een ander om nog een nieuwe fles te openen. Zo ging er een uur voorbij, en nog een uur. De dronken groep raakte vermoeid, en juist toen zij dachten dat het einde van de maaltijd in zicht was, kwam er weer een bevel. Meer zingen! donderde de stem van de rabbijn, zijn stem was zo luid dat zelfs zijn naaste studenten zich begonnen te verbazen. Het is Purim! Vul je glazen. Het is een mitswa om vrolijk te zijn vandaag.

Ook al kon niemand meer drinken, en waren zij niet meer in staat om te zingen, bevel was bevel. De volgelingen van rabbi Rokeach hieven plichtmatig hun glazen op om weer gevuld te worden en zij wensten elkaar weer een enthousiast 'L'chaim' toe.

Toen inmiddels de duisternis gevallen was, werd er voor de tweede keer op de deur geklopt. De boodschappers kwamen de kamer weer binnen, en dit keer waren zij stomverbaasd om het tafereel, dat zich voor hun ogen afspeelde, te aanschouwen. De joden hadden de hele dag door gedronken, helemaal tegen de opdracht van de koningin in.

Hare Majesteit wil u meedelen dat de tragedie is afgewend, zei de boodschapper met een duidelijk teken van afkeer in zijn stem. De regen is opgehouden, en zij bedankt u voor 'uw inspanning' ten behoeve van het land. Daarmee verliet de boodschapper snel de kamer.

Rabbi Elazar gaf opdracht om snel de zegen na de maaltijd te citeren, en daarna het avondgebed, hij was er zeker van wat er zo meteen zou gebeuren. En ja hoor, binnen een uur was er opnieuw bericht van de koningin.

De hand van de rabbijn trilde een beetje tijdens het lezen van de tweede brief. Hij werd ontboden om onmiddellijk op het paleis te verschijnen om zijn verraderlijk gedrag te verklaren. Toen hij door de lege straten reed in de koets die hem voorzien was, deed hij een stil gebed tot zijn Schepper.

Laat de joodse gemeente niet lijden om wat ik heb gedaan, bad hij. Als de koningin mishagen in mijn gedrag heeft, laat ik dan degene zijn die de straf draagt.

Toen de koets bij het paleis arriveerde, werd Rabbi Rokeach onmiddellijk bij de koningin ontboden.

Hoe durft u mijn orders niet uit te voeren, zei de koningin, feesten en vrolijk zijn terwijl het hele land in gevaar was. Wat in hemelsnaam bracht u daartoe.

Het is waar Majesteit, dat u mijn koningin bent hier op aarde, begon de rabbijn Rokeach, en toen u om hulp vroeg, wilde ik van harte uw wens vervullen. Maar ik heb ook een Koning in de hemel, en deze Koning beveelt mij om te feesten en vrolijk te zijn omdat het vandaag een feestdag is voor de joden.

Ik hoop dat u begrijpt, vervolgde de rabbijn, dat ik uw opdracht om te vasten niet kon nakomen, omdat ik dan ongehoorzaam zou zijn aan het gebod van G-d om te drinken en vrolijk te zijn. Als ik ongehoorzaam aan Zijn gebod zou zijn - wat G-d verhoede - hoe zou ik dan om Zijn hulp kunnen vragen.

Daarom besloot ik, zo beëindigde rabbijn Rokeach, om onze feestdag Purim met een nog groter enthousiasme te vieren dan normaal. Het was mijn hoop dat wanneer ik G-ds gebod naar mijn beste kunnen zou vieren, dat Hij daarvoor in ruil onze wensen zou vervullen. Ik geloof dat ik mij niet heb vergist en dat is juist hetgeen er gebeurd is.

Ga in vrede naar huis, zei de koningin met een glimlach, en moge G-d u nog vele jaren geven om Hem en mij te dienen.

Rabbi Rokeach werd met een mooie koets naar huis gebracht met alle tekens van eer. Toen hij weer veilig thuis was, sprak hij een dankgebed uit. Weer was de joodse gemeente gered en een wonder had plaats gevonden op Purim.

Naverteld in het Engels door Libi Austaire. Vertaald uit het Engels door Daniella.
Bron: A Time to Fast and A Time to Feast

Aantekeningen

Home Malben

Begrippenlijst

printer

L'chaim! Gezondheid! Proost!

Mitzvah (meervoud is Mitzvoth) is een gebod uit de Tora, een goede daad. Er zijn 248 positieve geboden en 365 negatieve geboden.

Purim is het Perzische woord 'pur', dat ´lot´ betekend. Het feest gedenkt het ten gunste gekeerde noodlot dat de in Perzië (Iran) verblijvende joden bedreigde in de vijfde eeuw voor het begin van gewone jaartelling. Haman, zoon van Hammedata ´de jodenhater´, had plannen bedacht om de joden in Perzië uit te roeien. Deze plannen zijn verijdeld en waren het einde van Haman en zijn zonen. Zie ook het boek Esther in de Bijbel.

Tora is letterlijk "instructie"; Er zijn twee betekenissen. De vijf boeken van Mozes zijnde Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium en meer in het algemeen verwijst het naar de Joodse leer en wat wij ten onrechte het Oude Testament noemen.