Een vervroegd Poerimwonder
Het volgende verhaal gebeurde op sjabbat, parasjat Wajigasj, 7 Tevet 5729, 28 december 1968.
s' Middags in de grote Chabad Beth Midrasj, 770, Brooklyn, New York.
Bijna tweeduizend man bevinden zich in de grote zaal en luisteren aandachtig naar de woorden van de Rabbi. De Rabbi, gezeten aan een verhoogde tafel met een wit tafelkleed erover, laat Tora woorden uit zijn mond stromen. Van tijd tot tijd onderbreekt de Rabbi zijn gesprek en de zaal met chassieden begint te zingen. Soms met een melodie, een niggoen, van trouw aan HaSjem en van een sterk verlangen naar HaSjem en soms met een lied van vreugde en van dans. Tijdens zo'n gelegenheid zijn er chassieden die een glas wijn in de richting van de Rabbi opheffen, en de Rabbi antwoordt met een hoofdknik: "Op het leven en tot zegen!" De chassied die deze zegen ontvangt, ledigt snel zijn wijnglas en zo zingen en neuriën de chassieden door totdat de Rabbi weer verder gaat en zijn woorden laat horen.
Op de sjabbat waar wij nu over vertellen, sprak de Rabbi onder andere over een verklaring van Rasji, de welbekende Bijbel commentator, die van zichzelf getuigde dat hij enkel en alleen een eenvoudige en letterlijke verklaring geeft. Ditmaal stond de Rabbi stil bij de kwestie die gebonden is aan de geboorte van de twaalf stammen van Israël. Allereerst geeft de Rabbi één voor één de moeilijkheden weer, die zich in het commentaar van Rasji voordoen. Vervolgens begint de Rabbi de zaken puntsgewijs te verhelderen. De luisteraars in de zaal zitten met open mond en nemen elk woord gretig in zich op, dat uit de mond van de Rabbi komt. De manier waarop hun leraar en hun Rabbi met zijn prachtige methode de woorden van Rasji verklaart is hen wel bekend. De diepgang en de duidelijkheid die hierin gelegen zijn: de beschrijving van de moeilijkheden die voor de luisteraar schijnbaar onoplosbaar zijn en vervolgens de antwoorden die alle moeilijkheden doen verwijderen alsof zij er nooit geweest zijn.
Tijdens het verklaren van een van de moeilijkheden, die de Rabbi had aangehaald, veranderde opeens de toon van zijn stem. Van de toon van een Tora verklaring hoorden de chassieden opeens, dat de toon van de Rabbi steeds luider werd en zei: "Wij gaan nu van het feest van Chanoeka over naar het feest van Poerim. Poerim waarop gezegd wordt dat de joden over hun vijanden zullen heersen.... en niemand stond hen in de weg want vrees was op alle volkeren gevallen....[Esther 9:1 en 2]. Moge het de wil van HaSjem zijn dat alle vijanden van Israël bang zullen zijn en er voor terug deinzen om de kinderen van Israël waar zij zich ook maar bevinden te schaden en lastig te vallen."
Deze dingen waren absoluut onbegrijpelijk. Hoe is het mogelijk dat de Rabbi temidden van zijn Tora uitleg overgaat op het citeren van verzen uit de rol Esther. Het feest van Chanoeka ligt nu pas een week achter ons en het duurt nog wel even voordat het Poerim is?! En verder, op wat voor toon werd dit gezegd! De chassieden keken elkaar verbaasd aan. Ook de chozer, de herhaler van de Rabbi, wiens taak het is om na de chassidische bijeenkomst de woorden van de Rabbi te herhalen, fronste zijn wenkbrauwen en plukte in zijn volle baard, hetgeen ervan getuigde dat hij ook niet de bedoeling hiervan begreep.
Alleen al een blik op de Rabbi maakte het duidelijk dat er iets aan de hand was. De Rabbi zat met gesloten ogen en sprak verder alsof hij zich op een andere plek bevond: "En de joden sloegen al hun vijanden met het zwaard en zaaiden dood en verderf en zij deden met hun vijanden wat zij maar wilden [Esther 9:5] en deze dagen zullen herdacht en gevierd worden in elke generatie... en deze dagen van Poerim zullen niet verdwijnen uit het midden van de joden en hun gedachtenis zal niet ophouden bij hun nageslacht [Esther 9:28]."
De Rabbi sprak opnieuw weer verder over de verklaring van Rasji alsof er niets gebeurd was en gaf heldere antwoorden op alle genoemde moeilijkheden en beëindigde de gesprek.
De zaal die nog onder de invloed was van wat zich had voorgedaan begon spontaan een lied vol met vreugde te zingen waarvan de woorden overeen kwamen met de eerste verzen van de feestrol Esther: "En het was in de dagen van Ahasveros....." De Rabbi moedigde het lied met ongewone handbewegingen aan, alsof hij beduidde zing nog meer en nog meer. "En het was in de dagen van Ahasveros."
De chassidische bijeenkomst werd beëindigd en de chassieden stonden in groepjes te bespreken wat zij gehoord hadden. Er is hier vast iets gebeurd. Wanneer de sjabbat afgelopen is dan zullen zij dit direct uitzoeken. Zij moeten het weten.
En ja, de vluggerds, die met hun radio de zender uit Israël konden ontvangen, stonden stomverbaasd toen zij het volgende bericht hoorden.
Hier is de Israëlische radio uit Jeruzalem. Goedemorgen. Hier volgen de nieuwsberichten met Chanan Gilboa. De hoofdzaken eerst. Gisteravond om tien uur 's avonds heeft het Israëlische leger, de IDF, een aanval op het vliegveld van Beiroet uitgevoerd. De missie is met succes uitgevoerd en al onze soldaten zijn veilig teruggekeerd.
Ja, volgens de klok in New York was het toen precies drie uur 's middags. Het uur waarop de Rabbi zijn verklaring op Rasji onderbrak en begon te zeggen: "Dat er niemand voor hen zou staan etc."
Inderdaad, niemand stond de Israëlische soldaten in de weg om hun missie uit te voeren.
N.B. Aan dit verhaal zit een bijzonder tintje: enkele kornuiten van mijn echtgenoot hebben aan deze missie deelgenomen. Het is voor mijn echtgenoot onbegrijpelijk hoe de Rabbi van deze missie op de hoogte was. Het was namelijk een uiterst geheime opdracht.
Uit 101 eerste verhalen voor de chassidische jeugd, deel 6, verhaal nummer 85.
Vertaald uit het Hebreeuws door Jaël.