BSD

Spreuken van de Vaderen

Spreuken van de Vaderen, deel 4

Misjna 1

spreuken Ben Zoma zegt: Wie is wijs? Hij die leert van elk mens. Zoals het staat geschreven (Psalm 119:99) 'Van al mijn leermeesters ben ik wijs geworden, want Uw testamenten zijn mijn mijmeringen.'

Wie is sterk? Hij die zijn neiging onderdrukt. Zoals geschreven staat (Spreuken 16:32) 'Iemand die langzaam kwaad wordt is beter dan iemand die machtig is, en iemand die zijn geest beheerst, is beter dan iemand die een stad inneemt.'

Wie is rijk? Hij die tevreden is met zijn lot. Zoals geschreven staat (Psalm 128:2): 'Als je van de arbeid van je handen eet dan ben je gelukkig, en is het goed voor jou'. 'Gelukkig ben jij' in deze wereld en 'het is goed voor jou' in de komende wereld.

Wie is geëerd? Hij die anderen eert. Zoals geschreven staat (1 Samuel 2:30): 'Want diegenen die mij eren, zal Ik eren en diegenen die mij verachten zullen vernederd worden.'

Ben Zoma leert ons hier dat de conventionele opvatting over deze vier categorieën onjuist is. Mensen zijn onder de indruk van een docent, die veel studenten heeft en trekken daaruit de conclusie dat die docent wel zeer wijs (chacham) moet zijn. Volgens Ben Zoma is een chacham, een wijze, niet iemand die velen onderwijst, maar iemand die van velen leert en van hun ervaringen kennis verwerft.

Mensen denken dat een gibor, een sterk mens, iemand is die zware gewichten kan heffen. Ben Zoma leert ons echter dat een echte 'gibor' iemand is die zijn neigingen, die gewichtsloos zijn, kan beheersen.

Mensen denken dat een 'asjier' een rijkaard, iemand is die enorm veel geld bezit. Ben Zoma zegt dat geld niet rijk maakt; iemand die weinig geld bezit kan heel rijk zijn als hij tevreden is met wat hij heeft.

Mensen denken dat een 'mechubad', iemand die geëerd wordt, iemand is die geëerd wordt met diners en getuigschriften. Ben Zoma zegt dat dit geen bewijs is voor iemand die geëerd wordt. Iemand die waarde in een ieder van zijn medemensen vindt en hen eert en respecteert, die is echt voornaam en geëerd.

N.B. De neiging waarover Ben Zoma spreekt hoeft niet zozeer alleen de kwade neiging te zijn. Het kan ook een onbedwingbare neiging zijn zoals roken, pralerij, overeten ed. Om deze verleidingen en ondeugden te overwinnen zijn vaak enorme krachten vereist.

'Ben Zoma zegt.....Wie is rijk? Hij die tevreden is met zijn lot.' (4:1)

Waarom heeft Ben Zoma niet gezegd dat een rijke, rijk is wanneer hij tevreden met zijn geld is? Het woord voor rijk asjier [ajin-sjin-joed-resj] is een acroniem van ogen (enajim dat met de letter ajin begint), tanden (sjinajim dat met de letter sjin begint), handen (jadajim dat met de letter joed begint) en voeten (raglajim dat met de letter resj begint). HaSjem heeft deze lichaamsdelen als een geschenk aan de mensen gegeven en Hij verwacht van ons dat wij deze geschenken gebruiken voor Torastudie, gebed en voor goede daden.

De ogen dienen gebruikt te worden voor het studeren van de Tora en voor een goede en positieve kijk op onze medemensen. Met onze tanden moeten wij geschikt kosjer voedsel nuttigen en goed over anderen spreken. De handen dienen voor het geven van liefdadigheid en voor het uitsteken van een helpende hand aan de behoeftige. Met de voeten moeten wij naar de synagoge en naar het leerhuis gaan.

Iemand die 'gezonde' ogen, tanden, handen en voeten heeft is inderdaad rijk en moet HaSjem dankbaar zijn. Iemand die tevreden is met zijn lot d.w.z. met de geschenken, die hij van HaSjem heeft gekregen, en zijn lichaam gebruikt zoals HaSjem het bedoeld heeft, is inderdaad een 'asjier', een rijkaard onafhankelijk van de hoeveelheid geld die hij bezit.

Ben Zoma behoorde tot de Tannaïm van het begin van de tweede eeuw van de algemene jaartelling. Zijn volledige naam is Simon ben Zoma, zonder de titel 'Rabbi'.

Uit Questions and Answers on the Ethics of the Fathers, Chabad.org

Misjna 2

'Ben Azzai zegt: Ren om een kleine, gemakkelijke mitswa te doen en vlucht weg voor een overtreding. Een mitswa leidt tot een andere mitswa en een overtreding leidt tot een andere overtreding. De beloning voor een mitswa is een mitswa en de beloning voor een overtreding is een overtreding.' (4:2)

Wat wordt er onder een gemakkelijke mitswa verstaan? In de Talmoed (Avodah Zara 3a) staat dat de volkeren HaSjem uitdaagden om hen de Tora te geven en om te zien of zij de voorwaarden die daaraan verbonden zijn zouden vervullen. HaSjem zei tegen hen: 'Ik heb een 'gemakkelijke mitswa' en dat is de 'soekka', de loofhut. [Dit is een gemakkelijke mitswa omdat het geen kosten met zich meebrengt. De 'schach' die nodig is om de loofhut mee te bedekken is buiten in de velden te vinden] Laten wij zien of jullie dat kunnen doen.'
De volkeren gingen weg en bouwden onmiddellijk de loofhutten, maar zij verlieten de loofhutten zodra de zon wat te fel begon te schijnen.

De loofhut is een tijdelijke woonplaats en heeft een dak waardoor de sterren aan de hemel gezien kunnen worden. Tijdens het loofhuttenfeest worden wij genoodzaakt om onze vaste, permanente woning te verlaten en in de loofhut te gaan wonen. Dat moet ons inprenten dat onze zekerheid alleen van HaSjem afkomstig en alleen van HaSjem afhankelijk is. Zonder Hem zijn onze huizen vergeefs met traliewerk en met hekken versterkt.

De boodschap van Ben Azzai is dat wij gereed, bereidwillig en met vreugde de mitswa van de loofhut moeten nakomen en tijdens de rest van het jaar met de boodschap en de les die deze tijdelijke woning, de loofhut ons leert, te leven. Zodra je je realiseert dat je geheel en al afhankelijk van HaSjem bent en dat je zonder Hem niets voor elkaar kunt krijgen, dan zul je zeer zeker geen overtreding begaan.

Met betrekking tot de mitswot wordt er hier over een kleine of gemakkelijke mitswa gesproken terwijl er bij de overtredingen geen onderscheid wordt gemaakt.
Iemand kan sommige mitswot als gemakkelijk en plezierig beschouwen, terwijl hij andere mitswot als moeilijk en lastig ondervindt. Wanneer iemand echter een overtreding begaat dan is dat voor de overtreder een plezierige ervaring en hij beschouwt het slechts als een lichte en kleine overtreding. Met alle gemakken begaat hij de overtreding. Echter na de begane overtreding, wanneer hij zich realiseert wat hij gedaan heeft en hij tot het inzicht komt van de ernst van de begane overtreding en de ernst van zijn vermetele daad dan zal deze pijnlijke gewaarwording tot wroeging en berouw over de begane overtreding leiden.

Er zijn twee woorden die zowel bij het doen van een mitswa als wel bij het begaan van een overtreding worden uitgesproken. Deze twee woorden zijn 'ah' en 'oh'. De volgorde van deze woorden hangt af van de status van de daad.

Een vrome chassied wekte zijn zoon vroeg op een koude winterochtend om hem mee naar de synagoge te nemen voor het ochtendgebed. Toen de jongen onder de dekens vandaan kwam riep hij: 'Oh, het is koud!' Toen zij de synagoge na het ochtendgebed hadden verlaten vroeg zijn vader hem: 'Hoe voel je je nu Chajim?' De jongen antwoordde: 'Ah, ik voel mij heerlijk goed!'
De vader zei tegen zijn zoon: 'Chajim, laat deze ervaring een les voor je hele leven zijn. Wanneer iemand een mitswa doet dan komt het woord 'oh' eerst en daarna het woord 'ah'. Echter wanneer iemand een overtreding begaat dan is de volgorde omgekeerd. 'Ah' wat heerlijk komt eerst en daarna komt 'Oh' waarom heb ik dat gedaan.

Ook in geval dat een overtreding niet tot een andere overtreding zal leiden, dient een overtreding altijd vermeden te worden.

Een zekere organisatie wilde geld inzamelen voor het plaatselijke weeshuis. Zij hadden een toneelstuk geregeld waarin enkele onbetamelijke stukken in voorkwamen om het weeshuis van voldoende middelen te kunnen voorzien. De Rabbi in die stad was Rabbi Meir Leibush, die bekend is onder de naam 'Malbim'. Toen de Rabbi dit plan ter ore kwam riep hij de organisatoren bij zich en zei hen het toneelstuk te annuleren. Ook al was het in belang van een mitswa, het bevatte een tint van een overtreding.
De Malbim ondersteunde zijn standpunt met het citeren van deze Misjna met een kleine verandering: 'Vlucht weg van een overtreding die een mitswa (teweeg)brengt.'

Halachisch twijfelachtige bezigheden voor een goed doel dienen vermeden te worden omdat het doel de middelen niet heiligt. Het negeren van de middelen die tegen de joodse wet ingaan, zal tot een combinatie van een mitswa en een overtreding leiden, dat uiteindelijk in nog meer overtredingen zal resulteren.

Ben Azzai was een Tanna uit de eerste helft van de tweede eeuw C.E. Zijn volledige naam is Simon ben Azzai. Rabbi Meir Leibush, HaMalbim, leefde van 1809 tot 1879. Hij was onder anderen opperrabbijn van Boekarest. Hij was tevens een Bijbelcommentator en een grammaticus van de Hebreeuwse taal.

Uit: Questions and Answers on Chapter 4 of Pirke Avot, Chabad.org

Jael

Ben Zoma zegt:' Wie is wijs? Hij die leert van elk persoon...' Spreuken van de Vaderen 4:1

Het lied van de kikkers

Wanneer de vroege ochtendmist over de meren van Mezeritsch oprees, liep Rabbi Dov Ber, de Magied van Mezeritsch 1) daarlangs om te luisteren.

Zijn studenten verwonderden zich hierover: 'Waar luistert hij naar?' Het enige geluid dat daar te horen viel was het gekwaak van de kikkers aan de rand van het meer. Wie wil er nu naar zulk vreselijk geluid luisteren!

Nadat de Magied was overleden, legde zijn student Rabbi Schneor Zalman dat uit:

'Kijk in 'Perek Sjirah', het 'Lied van de Lofzegging', zei hij. 'Daar zien wij hoe alles in de schepping - de hemel, de aarde, de sterren, de zon, de bliksem en de donder en alle schepselen van de grootste tot de kleinste - HaSjem lof zeggen met hun eigen speciale lied.

De kikkers hebben ook hun lied en wel een zeer speciaal lied. De kikker zegt: 'Gezegend is de naam van de glorie van Zijn Koninkrijk voor altoos.'

Toen onze Rabbi elke ochtend bij het meer langs ging, luisterde hij naar het lied van de kikkers. De kikkers waren HaSjem, de Schepper van de hele wereld aan het lofzingen. Dat was hetzelfde lied dat de kikkers in Egypte zongen toen zij tijdens de tweede plaag in de hete ovens van de Egyptenaren sprongen om de wil van hun Schepper uit te voeren.'

Uit: The songs of the frogs,Tzivos HaShem, Chabad.org

Voetnoot

1) Rabbi Dov Ber ben Abraham van Mezeritsch staat bekend onder de naam de Magied van Mezeritsch en was een leerling van Rabbi Israel Baal Sjem Tov, de stichter van het chassidisme. Hij was geboren in het begin van de 18e eeuw en in 1772 overleden. Mezeritsch ligt in Oekraine.

Aantekeningen

Home Malben

printer

Emuna is het standvastig geloof in een enige, soevereine, alwetende, welwillende, geestelijke, bovennatuurlijke en almachtige Schepper van het universum, die wij God noemen. Emuna bestaat uit drie niveaus: Niveau één is het geloof in de Goddelijke Voorzienigheid; Niveau twee is het geloof dat Hashem alles doet wat het beste voor ons is; Niveau drie is het geloof dat Hashem alles doet met een specifiek doel. Deze thesen zijn nader uitgewerkt in het boek "The Garden of Emuna".

Hashem betekent letterlijk: "de Naam" is een vervangende term voor de Almachtige zodat wij niet riskeren Gods naam ijdel te gebruiken.

Mishna is de mondelinge Thora door God aan Mozes gegeven, uiteindelijk gecodificeerd door Rabbi Akiva, zijn leerling Rabbi Meir, en zijn leerling Rabbi Yehuda HaNassi, 1e tot 2e eeuw van de gewone jaartelling.

Tora is letterlijk "instructie"; Er zijn twee betekenissen. De vijf boeken van Mozes zijnde Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium en meer in het algemeen verwijst het naar de Joodse leer en wat wij ten onrechte het Oude Testament noemen.