Waarover men niet spreekt
- Inleiding: De kerk heeft na de verwoesting van de tempel in het jaar 69 van de gewone jaartelling een ambivalente houding aange-nomen tegenover de Joden. Veel van dit alles is bij de meeste kerkgangers amper iets bekend is. In veel boeken die over de geschiedenis van de kerk zijn geschreven werd bijvoorbeeld de "Adversus Judaios" literatuur van de kerkvaders wel genoemd maar niet behandeld. In sommige komt men er zelfs niet toe om dit verschijnsel te noemen.
- Jesaja 53: Jesaja 53 is een profetie die voorzegt hoe de wereld zal reageren wanneer zij getuige zal zijn van Israëls redding in het Messiaanse tijdperk. De verzen worden gepresenteerd vanuit het perspectief van de wereldleiders wanneer zij in hun eerdere minachtende houding jegens de Joden geconfronteerd worden met de nieuwe werkelijkheid van Israëls grandeur. Nu ze beseffen hoe oneerlijk zij het Joodse volk hebben behandeld, zullen ze geschokt en sprakeloos zijn.
- End of Days: End of Days: "A Family Affair". Wie is nu echt Ezau? Laten we eens gedetailleerd en gefascineerd kijken naar de "zonen van Ezau".
De Tora kiest twee van Ezau's kinderen uit als zonen van Ezau: namelijk Eliphaz en Reuel. (De andere kinderen van Ezau zijn niet aangeduid als zonen van Ezau, maar als de zonen van zijn vrouwen).
- De negende Av: De maand Av bestaat uit twee letters en wel de eerste twee letters van het Hebreeuwse alfabet: alef (א) en bet (ב). De alef staat voor Edom. Edom begint met een alef en de bet staat voor Babel. Deze twee volken hebben de Tempels verwoest. Babel/Babylonië heeft de eerste Tempel verwoest en Edom=Romeinen heeft de tweede Tempel verwoest. De eerste Av is de sterfdag van Aaron de Hogepriester. Numeri 33:37-39.
- Chanoeka: Tijdens de Griekse overheersing in de tweede Tempelperiode hadden de Grieken zware oordelen uitgevaardigd met als doel het joodse geloof te vernietigen. De joden mochten onder andere geen Tora meer leren en tevens mochten er geen mitswot uitgevoerd worden. De Grieken namen het bezit van de joden in beslag en zij bevuilden de dochters van Israël². De Grieken gingen zelfs de heilige Tempel binnen en verontreinigden haar. Toen stonden de hogepriester Matitjahoe en zijn zonen Juda, Eliëzer, Simeon, Jochanan en Jonatan de Chasmoneëers uit het stadje Modi'in op en begonnen tegen de Grieken te vechten. Hun leus was Wie is er zo machtig als HaSjem, in het Hebreeuws als afkorting MaKaBI. Zij riepen iedere jood toe: "Wie voor HaSjem kiest, sluit zich bij ons aan om de Grieken te bestrijden.
- Kruistochten: 1095 - Op 26 november 1095 hield paus Urbanus een bezielende toespraak in Clermont, Frankrijk, waarin hij alle Christenen opriep de stad Jeruzalem te redden uit de handen van de goddeloze Turken. Urbanus beloofde de verzamelde ridders en koningen zoveel geld en land, dat aan het einde van de vergadering iedereen uitbrulde: "Deus vult" - "God wil het".
- Bloedsprookje: Volgens het Bloedsprookje hebben Joden, om matses te bereiden, bloed nodig van christelijke jongetjes die de puberteit nog niet bereikt hebben. Om aan dat bloed te komen moet een rituele moord worden gepleegd.
Over hoe de rituele moord wordt uitgevoerd bestaan verschillende interpretaties. Sommige versies zijn zeer gewelddadig en gaan er vanuit, dat de kinderen net als Jezus aan het kruis sterven. Andere gaan minder ver. De joodse Tora zou de opdracht geven.
- Kerkvaders: Augustinus (overleden 430) was bisschop van Hippo Regius en een belangrijke kerkvader. Hij heeft onder andere over de verhouding tussen christenen en joden geschreven. In zijn 'Tractatos Adversus Judaeos' worden joden een gevaar voor het christendom genoemd. De joden zijn na Golgotha, na de Godsmoord, verworpen, maar de hoop op bekering blijft bestaan. Genoemd traktaat is aan christenen gericht met als doel de christenen in hun geloof te onderwijzen en om te leren over het jodendom en hoe de apologetiek tegen het jodendom gevoerd moet worden.
- Reformatoren: Het felle antisemitisme van de zestiende-eeuwse kerkhervormer Maarten Luther was mede bepalend voor het klimaat waarin de nazi's 6 miljoen Joden vermoordden, aldus René Süss in zijn recente studie "Luthers theologisch testament". Luthers Jodenhaat vormde geen uitglijder, maar behoorde tot de kern van zijn reactionaire geloofsleer. Toch beschouwen velen hem ook nu nog als een van de grootste Duitse en christelijke helden aller tijden.
- Pausdom: 325 - Tijdens het Concilie van Nicea worden Joodse bisschoppen (Joden die overgegaan zijn naar het christendom) voor het eerst niet uitgenodigd. Pesach werd afgeschaft en Pasen werd op een ander tijdstip ingesteld: eerste zondag van de lente. De overweging is: "het zou buiten elke maatstaf ongepast zijn als wij op het heiligste aller feesten de gewoonten van de Joden zouden volgen. Laten we niets gemeen hebben met dat afschuwelijke volk." Theoretische scheiding tussen kerk en synagoge. De "christelijke kerk" bepaalt haar houding jegens de Joden; tot behoud van het christendom dienen Joden in afzondering te leven.