Drieëndertig moordenaars
God werd gisteren vermoord. Drieëndertig keer.
Nee, dit is niet mijn hyperbolische manier om mijn verdriet en woede te ontluchten. Het is wat de wijzen van de Talmoed meer dan tweeduizend jaar geleden zeiden.
Zij wezen erop dat de Tien Geboden door God op twee stenen tafelen werden geschreven, die een correlatie vormden tussen een reeks van vijf geboden geschreven op de eerste tafel en de tweede set geschreven op de tweede tafel. Dus het eerste gebod: "Ik ben de Eeuwige uw God" komt overeen met het zesde gebod: "Gij zult niet moorden."
Hoezo? Onze wijzen gaven de volgende gelijkenis. "Een koning ging naar een land en plaatste er portretten van zichzelf, en maakte standbeelden van zichzelf, en sloeg munten met zijn beeltenis. Na een tijdje, ontheiligden de mensen van het land zijn portretten, sloegen zijn beelden kapot en beschadigden zijn munten, waardoor het beeld van de koning niet goed meer zichtbaar was. Dus ook hij die bloed vergiet verkleint het beeld van de koning, want er staat geschreven in Genesis 9:6: "Vergiet iemand het bloed van de mens, door de mens zal diens bloed vergoten worden, want naar het beeld van God heeft Hij de mens gemaakt."
Er zijn mensen die zeggen dat het probleem met onze moorddadige wereld van vandaag is dat er te weinig godsdienst is. Anderen stellen dat het probleem is dat er te veel godsdienst is. Maar het gaat niet over religie - het gaat over God.
God verklaart dat Hij de mens schiep naar zijn beeld. De diepere betekenis van deze verklaring is het onderwerp van veel commentaar en discussie. Maar op het meest elementaire niveau betekent het gewoon dat een menselijk leven heilig en goddelijk is, omdat een mensenleven God's manier is om zelf in onze wereld aanwezig te zijn. Moord op een mens is God uitbannen van onze wereld.
Als je in God gelooft op de manier waarop God in zichzelf gelooft (is er overigens een andere manier?) dan wil je niet moedwillig een menselijk leven vernietigen. Als je moedwillig menselijk leven vernietigt dan geloof je niet in God. Zo simpel is het.
God werd gisteren verbannen uit onze wereld. En dan steeds en steeds maar weer opnieuw verbannen, drieëndertig keer achter elkaar. Het is nu onze taak om Hem terug te brengen.
Met elke goede daad, met elk goed woord, met elke positieve gedachte, brengen wij een beetje Goddelijkheid in onze wereld waar God is uitgebannen. En als we het doen in het belang van degenen wier levens gisteren werden gedoofd, doen we iets herleven, van de goddelijke vonk die in hun leven was, op een kleine maar diepe betekenisvolle wijze.
Het is het minste wat we voor hen kunnen doen.
Door Yanki Tauber
Bron: Thirty Three Murders