BSD

Dag 1

     psalms
  • Elohim spreek uit Elokim is een gebruikelijke naam voor God in the Hebreeuwse Bijbel.
  • Hashem betekent letterlijk: "De Naam" en is een vervangende term voor de Almachtige zodat wij niet riskeren Gods naam ijdel te gebruiken.

Psalm 1

  1. Gelukkig is de man die niet gaat in de raad van de goddelozen en niet staat op de weg van de zondaren en niet zit in de vergadering van de gewetenlozen.
  2. Maar wiens verlangen is in de Tora van Hashem en Zijn Tora dag en nacht overpeinst.
  3. Hij is als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd en wiens blad niet verwelkt, en alles wat hij doet gelukt.
  4. Niet alzo de goddelozen, zij zijn als kaf, dat door de wind wordt weggeblazen.
  5. Daarom zullen de goddelozen geen standhouden in een rechtszaak noch de zondaren in de vergadering van de rechtvaardigen.
  6. Hashem kent de weg van de rechtvaardigen, maar de weg van de goddelozen gaat te gronde.

Psalm 2

  1. Waarom zijn de volkeren rusteloos en spreken de natiën ijdelheid?
  2. De koningen der aarde stellen zich oorlogszuchtig op, de hoogwaardigheidbekleders verbinden zich in het geheim tegen Hashem en zijn gezalfde.
  3. Laat ons hun boeien verbreken en hun koorden van ons werpen.
  4. Hij, die in de hemel zit zal lachen, Hashem zal met hen spotten.
  5. Dan zal Hij tot hen in zijn woede spreken en in zijn goddelijke toorn zal Hij hen schrik aanjagen.
  6. En Ik heb mijn koning gezalfd op Sion mijn heilige berg.
  7. Ik heb toegezegd te verkondigen dat Hashem mij zei, “Jij bent mijn zoon, vandaag heb Ik je verwekt.
  8. Vraag van mij en Ik schenk volken als jouw erfenis en de einden van de aarde tot jouw bezit.
  9. Jij zult hen verpletteren met een ijzeren stok; jij zult hen vernietigen als pottenbakkerswerk.
  10. En nu koningen wees wijs en rechters van de aarde wees gewaarschuwd.
  11. Dient Hashem met vrees en verheug je met beving.
  12. Wapen je met reinheid opdat Hij niet toornt en je onderweg te gronde gaat, want in een kort ogenblik zal zijn woede ontbranden, gelukkig allen die bij Hem schuilen.

Psalm 3

  1. Een psalm van David op zijn vlucht voor Absalom zijn zoon
  2. Hashem, talrijk zijn mijn tegenstanders, de groten staan tegen mij op.
  3. Velen zeggen inzake mijn ziel, er is geen redding voor hem bij Elokim. sela
  4. Maar U Hashem bent een schild rondom mij, mijn eer en die mijn hoofd opheft.
  5. Met mijn stem roep ik Hashem en Hij antwoordt mij van zijn heilige berg. sela
  6. Ik lag neer, sliep en werd wakker, want Hashem ondersteunt mij.
  7. Ik vrees niet voor tienduizenden van volk die zich rondom tegen mij opstellen.
  8. Sta op Hashem red mij, mijn Elokim want U slaat al mijn vijanden op de kaak, U breekt de tanden van de goddelozen in stukken.
  9. De redding is van Hashem, uw zegen is op uw volk. sela

Psalm 4

  1. Voor de dirigent op de snaarinstrumenten, een psalm van David.
  2. Wanneer ik roep, antwoord mij, Elokim van mijn rechtvaardiging, U geeft mij ruimte in mijn nood, wees mij genadig en hoor mijn gebed.
  3. Mannen hoelang zal mijn eer tot schande gemaakt worden en hoelang zullen jullie ijdelheid liefhebben en de leugen zoeken? sela
  4. Je zult weten dat Hashem de vrome voor hemzelf apart heeft gezet; Hashem zal horen wanneer ik hem roep.
  5. Beef en zondig niet; zeg [dit] in jullie hart terwijl jullie je te slapen legt en wees stil. sela
  6. Slacht offeranden naar recht en vertrouw op Hashem.
  7. Velen zeggen: “Wie zal ons het goede doen zien?” Verhef over ons het licht van Uw aanschijn Hashem.
  8. U geeft vreugde in mijn hart vanaf de tijd dat hun koren en hun wijn overvloedig waren.
  9. In vrede en harmonie lig ik terneer en slaap, want U Hashem doet mij veilig en afgezonderd wonen.

Psalm 5

  1. Voor de dirigent, op de fluiten, een psalm van David.
  2. Luister naar mijn woorden Hashem; geef acht op mijn zuchten.
  3. Geef acht op mijn stem, die om hulp schreeuwt, mijn Koning en mijn Elokim, want tot U wil ik bidden.
  4. Hashem, hoor mijn stem in de morgen, in de morgen breng ik [mijn gebed] voor U en zie verwachtingsvol uit.
  5. Want U bent geen Elokim, die plezier heeft in goddeloosheid, het kwaad verblijft niet bij U.
  6. De verdwaasden zullen voor uw ogen niet bestaan, U haat alle werkers van ongerechtigheid.
  7. U roeit de leugensprekers uit, Hashem verafschuwt een man van bloed en bedrog.
  8. Maar ik zal, door uw overvloedige liefde, uw huis binnen gaan en ik zal, in vrees voor U, mij buigen in de richting van uw Heilige Tempel.
  9. Hashem leid mij in uw gerechtigheid ter wille van mijn vijanden, effen uw weg voor mij.
  10. Want in hun mond is niets oprecht, in hun binnenste is verderf, hun keel is een open graf en zij hebben een gladde tong.
  11. Verklaar hen schuldig Elokim, laat hen vallen door hun plannen, verstoot hen vanwege hun vele zonden, want zij zijn tegen U weerspannig.
  12. Laten allen zich verheugen, die toevlucht bij U zoeken, zij zullen eeuwig jubelen, want U beschermt hen en die uw naam liefhebben zullen zich in U verheugen.
  13. Want U zult de rechtvaardige zegenen, Hashem, en U kroont hem met welgevallen als met een schild.

Psalm 6

  1. Voor de dirigent op het achtsnarig instrument, een psalm van David.
  2. Hashem straf mij niet in uw toorn en kastijd mij niet in uw grimmigheid.
  3. Wees mij genadig Hashem want ik ben zwak, genees mij Hashem want mijn gebeente is verschrikt.
  4. En mijn ziel is erg geschrokken en U, Hashem, tot wanneer?
  5. Keer weer Hashem, red mijn ziel, help mij om der wille van uw liefde.
  6. Want in de dood is geen kennis van U, wie zal U in het graf prijzen?
  7. Ik word moe van mijn zuchten, de hele nacht maak ik mijn bed kletsnat van tranen en doorweek ik mijn rustbank daarmee.
  8. Mijn oog is verduisterd door verdriet en verzwakt door al mijn vijanden.
  9. Ga weg van mij werkers van ongerechtigheid, want Hashem hoort de stem van mijn wenen.
  10. Hashem heeft mijn smeekbede gehoord en nam mijn gebed aan.
  11. Al mijn vijanden zullen zich schamen en zeer bevreesd zijn, zij zullen terugkeren en zich plotseling schamen.

Psalm 7

  1. Een sjiggajon van David die hij zong voor Hashem over de woorden van Cush, de zoon van Jemini.
  2. Hashem mijn Elokim bij U schuil ik, red mij van al mijn achtervolgers en bevrijd mij.
  3. Opdat zij niet als een leeuw mijn ziel verscheuren, wegslepen en niemand helpt.
  4. Hashem mijn Elokim als ik dit gedaan heb, als er onrecht in mijn handen is,
  5. als ik kwaad vergolden heb aan hem, die vrede met mij had, en die mij zonder oorzaak onderdrukte en die ik gered heb,
  6. dan mag de vijand mijn ziel achtervolgen en inhalen en mijn leven in de grond trappen en mijn eer in het stof doen neerdalen. sela
  7. Sta op Hashem in uw toorn, verhef U in uw woede over mijn vijanden en ontwaak ter wille van mij, U die het recht gebood.
  8. Dan moge de vergadering van de volkeren U omringen en keer weer terug boven haar.
  9. Hashem spreek (toch) recht over de volkeren, Hashem spreek recht over mij vanwege mijn gerechtigheid en mijn onschuld die bij mij is.
  10. Laat het kwaad van de goddelozen een einde nemen en bevestig de rechtvaardige en toets de harten en nieren, U rechtvaardige Elokim.
  11. Mijn schild is bij Elokim, Hij redt de oprechten van hart.
  12. Elokim is een rechtvaardig rechter en Hij toornt elke dag.
  13. Als iemand zich niet bekeert, scherpt Hij zijn zwaard; Hij spant zijn boog en legt aan,
  14. en richt op hem zijn dodelijke wapens en maakt zijn pijlen brandende.
  15. Zie hij wordt zwanger van het onrecht en gaat zwanger van het kwaad en baart leugen.
  16. Hij heeft een kuil gegraven en diepte die uit en valt in de kuil die hij zelf gegraven heeft.
  17. Zijn kwaad keert terug op zijn hoofd en zijn geweld daalt neer op zijn kruin.
  18. Ik dank Hashem vanwege zijn gerechtigheid en ik zal de naam van Hashem, de Allerhoogste, lof zingen.

Psalm 8

  1. Voor de dirigent op de gittiet een psalm van David.
  2. Hashem onze Hashem hoe indrukwekkend is uw naam op de hele aarde, die uw pracht [toont] aan de hemel.
  3. Uit de mond van zuigelingen en kleine kinderen hebt U sterkte gevestigd, vanwege uw tegenstanders om vijand en wraakgierigen uit de weg te ruimen.
  4. Wanneer ik uw hemel zie, het werk van uw vingers, de maan en de sterren die U hebt bereid,
  5. wat is de mens dat U hem gedenkt en het mensenkind dat U zich om hem bekommert?
  6. Toch hebt U hem bijna goddelijk gemaakt en U hebt hem gekroond met eer en grootheid.
  7. U laat hem heersen over de werken van uw handen en alles hebt U onder zijn voeten gelegd,
  8. schapen en runderen alles tezamen en ook de dieren van het veld,
  9. de vogels in de lucht, de vissen in de zee en wat de paden van de zee doorkruist.
  10. Hashem onze Hashem hoe indrukwekkend is uw naam op heel de aarde.

Psalm 9

  1. Voor de dirigent op de dood van een zoon, een psalm van David.
  2. Ik dank Hashem met heel mijn hart en vertel al uw wonderen.
  3. Ik verheug mij en juich over U [en] psalmzing uw naam Allerhoogste,
  4. nu mijn vijanden terugtrekken, struikelen en te gronde gaan voor uw aangezicht.
  5. U voert mijn recht en mijn geding uit, U zit op de rechterstoel, een rechtvaardig rechter.
  6. U berispt de volkeren, U richt de goddeloze te gronde, verdelgt hun naam voor altijd en immer.
  7. De vijand is vernietigd, blijvende puinhopen, steden hebt U geruïneerd, hun herinnering is verloren.
  8. Maar Hashem zit voor eeuwig, Hij heeft zijn troon om recht te spreken bereid.
  9. Hij richt de wereld in gerechtigheid, spreekt recht over de volkeren in rechtvaardigheid.
  10. En Hashem zal een burcht zijn voor de onderdrukten, een burcht in tijden van nood.
  11. En zij die uw naam kennen vertrouwen op U, want U Hashem hebt niet verlaten die U zoeken.
  12. Zingt voor Hashem die in Sion woont, vertelt zijn daden aan de volkeren.
  13. Want Hij die bloed opeist, herinnert hen. Hij vergeet het schreeuwen van de nederigen niet.
  14. Wees mij genadig Hashem, zie mijn ellende door mijn haters mij berokkend, U die mij opheft van de poorten van de dood.
  15. Omdat ik al uw glorie proclameer in de poorten van de dochter van Sion, zal ik mij verheugen in uw redding.
  16. De natiën zijn gezonken in de kuil, die zij hebben gemaakt; in het net, dat zij verborgen, is hun voet gevangen.
  17. Hashem werd bekend door het recht dat Hij handhaafde. In het werk van zijn handen is de goddeloze gevangen. sela
  18. Goddelozen keren terug naar het graf; alle natiën die Elokim vergeten.
  19. Want niet voor eeuwig zullen de armen worden vergeten, de hoop van de nederigen zal niet eeuwig verloren gaan.
  20. Sta op Hashem laat de sterveling geen macht hebben. Laat de natiën voor uw aangezicht berecht worden.
  21. Stel iemand met kennis over hen aan; dat de natiën leren dat zij stervelingen zijn. sela

Malben - Studiecentrum voor Noachieten uit de vier windhoeken.