Rooster van Parasjas 5777 - 2016/2017

natuur Orthodoxe joden lezen door het jaar heen elke week een gedeelte van de Tora. Zo'n gedeelte wordt een parasja of sidra genoemd. De vijf boeken van Mozes zijn daarvoor in 54 parasja's verdeeld. Het joodse jaar telt gewoonlijk slechts 50 weken en op sommige weken wordt vanwege een feestdag een andere tekst gelezen; daarom leest men sommige weken twee parasja's.

Op het feest van Simchat Thora (de Vreugde van de Leer) leest men het laatste deel van Devariem (Deuteronomium) en het eerste van Beresjiet (Genesis). Hiervoor worden twee rollen tegelijkertijd geopend, hetgeen symboliseert dat de Thora(studie) eeuwigdurend is.

De datum is de shabbat waarop de parasja in het Joodse jaar 5775 wordt gelezen. Na de datum volgt de naam van de parasja enz.

Het is ook mogelijk de sabbat psalmen te lezen die corresponderen met de respectievelijke parasja's. Deze psalm staat achter de betreffende parasja vermeld.

Beresjiet,(Genesis)

29 oktober 2016
5 november 2016
12 november 2016

19 november 2016
26 november 2016
3 december 2016
10 december 2016
17 december 2016

24 december 2016

31 december 2016
7 januari 2017
14 januari 2017
Beresjiet: In het begin schiep God de hemel en de aarde (Gen. 1:1-6:8). Sabbat Psalm 139.
Noach: Dit is de geschiedenis van Noach (Gen. 6:9-11:32). Sabbat Psalm 29.
Lech lecha: De Eeuwige zei tegen Abram: "Trek weg uit je land, je geboorteplaats en je vaders huis naar het land dat ik je zal wijzen" (Gen. 12:1-17:27). Sabbat Psalm 110.
Wajera: En de Eeuwige verscheen hem bij de eiken van Mamre (Gen. 18:1-22:24). Sabbat Psalm 11.
Chajee Sara: Sara leefde honderd en zevenentwintig jaar (Gen. 23:1-25:18). Sabbat Psalm 45.
Toledot: Dit is de geschiedenis van Abrahams zoon Izaäk (Gen. 25:19-28:9). Sabbat Psalm 36.
Wajeetse: Jakob verliet Berseba en ging naar Charan (Gen. 28:10-32:3). Sabbat Psalm 3.
Wajisjlach: Jakob stuurde boden voor zich uit naar zijn broer Ezau, naar het land Seïr, het gebied van Edom (Gen. 32:4-36:43). Sabbat Psalm 140.
Wajeesjev: Jakob woonde zich in het land Kanaän, waar ook zijn vader gewoond had (Gen. 37:1-40:23). Sabbat Psalm 112.
Mikeets: Na verloop van twee volle jaren kreeg de farao een droom (Gen. 41:1-44:17). Sabbat Psalm 40.
Wajigasj: Juda trad naar voren (Gen. 44:18-47:27). Sabbat Psalm 48.
Wajechi: Jakob leefde zeventien jaar in het land Egypte (Gen. 47:28-50:26). Sabbat Psalm 41.

Sjemot, (Exodus)

21 januari 2017
28 januari 2017

4 februari 2017
11 februari 2017

18 februari 2017

25 februari 2017
4 maart 2017
11 maart 2017

18 maart 2017
25 maart 2017
Sjemot: En dit zijn de namen van de zonen van Israël die naar Egypte waren gekomen (Ex. 1:1-6:1). Sabbat Psalm 99.
Wa'era: Ik ben aan Abraham, Izaäk en Jakob verschenen als God, de Ontzagwekkende, maar mijn naam (tetragrammaton) heb ik niet aan hen bekendgemaakt (6:3) (Ex. 6:2-9:35). Sabbat Psalm 46.
Bo: De Eeuwige zei tegen Mozes: 'Kom naar de farao' (Ex. 10:1-13:16). Sabbat Psalm 77.
Besjalach: Toen de farao het volk liet vertrekken, voerde God hen niet langs de weg die door het gebied van de Filistijnen loopt (Ex. 13:17-17:16). Sabbat Psalm 66.
Jitro: Jetro, Mozes schoonvader, een priester in Midjan, hoorde wat God voor Mozes en voor zijn volk Israël had gedaan (Ex. 18:1-20:23). Sabbat Psalm 19.
Misjpatiem: Dit zijn de rechtsregels die je hun voor zult houden (Ex. 21:1-24:18). Sabbat Psalm 72.
Teroema: Vraag de Israëlieten heffingen voor mij te nemen (Ex. 25:1-27:19). Sabbat Psalm 26.
Tetsawee: Draag de Israëlieten op om je voor de permanente verlichting zuivere olijfolie te brengen (Ex. 27:20-30:10). Sabbat Psalm 65.
Kie Tisa: Als je onder de Israëlieten een telling houdt (30:12) (Ex. 30:11-34:35). Sabbat Psalm 75.
Wajakheel: Mozes riep de hele gemeenschap van Israël bijeen (Ex. 35:1-38:20) Sabbat Psalm 61, en Pekoedee: Hier volgt een berekening van de hoeveelheden materiaal die voor de tabernakel gebruikt werden (Ex. 38:21-40:38). Sabbat Psalm 45.

Wajikra,(Leviticus)

1 april 2017
8 april 2017
22 april 2017
29 april 2017

6 mei 2017

13 mei 2017
20 mei 2017
Wajikra: De Eeuwige riep Mozes en sprak vanuit de tent der samenkomst (Lev. 1:1-5:26). Sabbat Psalm 50.
Tsav: Gebied Aäron en zijn zonen als volgt (6:2) (Lev. 6:1-8:36). Sabbat Psalm 107.
Sjemini: Op de achtste dag riep Mozes Aäron en zijn zonen (Lev. 9:1-11:47). Sabbat Psalm 128.
Tazria: Wanneer een vrouw een kind baart (12:2) (Lev. 12:1-13:59) Sabbat Psalm 106, en Metsora: Dit zijn de voorschriften voor de melaatse op de dag van zijn reiniging (14:2) (Lev. 14:1-15:33). Sabbat Psalm 120.
Achare Mot: Na de dood van de twee zonen van Aäron (Lev. 16:1-18:30) Sabbat Psalm 26, en Kedosjiem: Weest heilig, want ik, de Eeuwige, jullie God, ben heilig (19:2) (Lev. 19:1-20:27). Sabbat Psalm 15.
Emor: Zeg tegen de priesters, de zonen van Aäron (21:2) (Lev. 21:1-24:23). Sabbat Psalm 42.
Behar: De Eeuwige sprak als volgt tot Mozes, op de berg Sinaï (Lev. 25:1-26:2) Sabbat Psalm 112, en Bechoekotaj: Als jullie acht slaan op mijn bepalingen (Lev. 26:3-27:34). Sabbat Psalm 105.

Bemidbar, (Numeri)

27 mei 2017

3 juni 2017
10 juni 2017

17 juni 2017

24 juni 2017

1 juli 2017
8 juli 2017
15 juli 2017

22 juli 2017
Bemidbar: En op de eerste dag van de tweede maand, in het tweede jaar na hun uittocht uit Egypte, sprak de Eeuwige tot Mozes in de Sinai woestijn, in de tent der samenkomst (Num. 1:1-4:20). Sabbat Psalm 122.
Naso: Tel ook de Gersonieten, per familie en per geslacht (4:22) (Num. 4:21-7:89). Sabbat Psalm 67.
Beha'alotcha: Zeg tegen Aäron dat hij de lampen zo op de standaard zet dat het licht van alle zeven lampen naar voren valt (8:2) (Num. 8:1-12:16). Sabbat Psalm 68.
Sjelach Lecha: Stuur er een aantal mannen op uit om Kanaän, het land dat ik de Israëlieten geven zal, te verkennen (13:2) (Num. 13:1-15:41). Sabbat Psalm 64.
Korach: De Leviet Korach, de zoon van Jitshar, de zoon van Kehat, en de Rubenieten Datan en Abiram, de zonen van Eliab, en On, de zoon van Pelet, kwamen tegen Mozes in opstand (Num.16:1-18:32). Sabbat Psalm5.
Choekat: Dit is een wet van de eeuwige Thora die de Eeuwige heeft ingesteld (19:2) (Num. 19:1-22:1). Sabbat Psalm 95.
Balak: Balak, de zoon van Tsippor, zag wat Israël de Amorieten had aangedaan (Num. 22:2-25:9). Sabbat Psalm 79.
Pinchas: Dankzij Pinechas, de zoon van Eleazar, de zoon van de priester Aäron, heb ik mijn woede tegen de kinderen Israëls laten varen (25:11) (Num. 25:10-30:1). Sabbat Psalm 50.
Mattot: Mozes zei tegen de stamhoofden van de kinderen Israëls (Num. 30:2-32:42) Sabbat Psalm 111. en Masee: Dit zijn de tochten die de kinderen Israëls gemaakt hebben (Num. 33:1-36:13). Sabbat Psalm 49.

Devariem, (Deuteronomium)

29 juli 2017
5 augustus 2017
12 augustus 2017
19 augustus 2017
26 augustus 2017

2 september 2017
9 september 2017

16 september 2017

23 september 2017
Devariem: Dit zijn de woorden die Mozes tot heel Israël heeft gesproken (Deut. 1:1-3:22). Sabbat Psalm 137.
Waetchanan: En ik heb de Eeuwige gesmeekt (Deut. 3:23-7:11). Sabbat Psalm 90.
Eekev: Wanneer u gehoorzaamt aan deze voorschriften (Deut. 7:12-11:25). Sabbat Psalm 75.
Re-ee: Zie, heden leg ik u voor zegen en vloek (Deut. 11:26-16:17). Sabbat Psalm 97.
Sjoftiem: Stel in alle poorten die de Eeuwige, uw God, u in uw stammen zal geven, rechters en beambten aan (Deut. 16:18-21:9). Sabbat Psalm 17.
Kie Teetsee: Als u ten strijde trekt tegen uw vijanden (Deut. 21:10-25:19). Sabbat Psalm 32.
Kie Tavo: Als u het land zult binnengaan dat de Eeuwige, uw God, u als erfgoed zal geven (Deut. 26:1-29:8). Sabbat Psalm 51.
Nitsaviem: Hier bent u allen nu bijeen, ten overstaan van de Eeuwige, uw God (Deut. 29:9-30:20). Sabbat Psalm 81, en Wa-jelech: Hierna ging Mozes en sprak deze woorden tot geheel Israël (Deut. 31:1-30). Sabbat Psalm 65.
Ha'azinoe: Neigt het oor, hemelen, nu ik ga spreken, | Luister, aarde, naar wat ik zeggen zal (Deut. 32:1-52). Sabbat Psalm 71.

Malben - Studiecentrum voor Noachieten uit de vier windhoeken.