BSD

Wat is God?

Het Niet-ding

wat is?

Vraag

Ergens langs de weg, misplaatste ik God. De andere dag realiseerde ik mij dat ik God een tijdje niet had gezien - waarschijnlijk niet sinds mijn kindertijd. En het is niet alleen zo dat ik God niet kan vinden - maar ik meen ook mijn gevoel van wat God is verloren te hebben... Waarom gebeurde dit? Als ik Hem had toen ik een kind was, waarom zou ik Hem nu niet hebben?

Antwoord

Je kreeg een aanwijzing, maar miste een andere. Het heeft te maken met de taal. Noem het "ding-fixatie."

Dat is waarschijnlijk de belangrijkste ramp van je jeugd - niet het gespeend worden, niet het wisselen van pampers voor onderbroeken, niet het zitten in een bank in de eerste klas - maar toen je leerde over dingen.

Ik bedoel niet wat, "je leerde over dingen van de wereld." Ik bedoel, wat je leerde over het idee van de dingen. Je leerde dat de wereld gemaakt is van materie dat er gewoon is. Later in je leven, begon je achter die dingen aan te rennen, ze op te stapelen, steeds meer van deze dingen te vergaren om er je huis, je achtertuin en je oprit mee te vullen. Inmiddels is de hele wereld in je geest gereduceerd tot niets anders dan een massa dingen en spullen. Dus wordt zelfs God gedefinieerd als een ding - en je probeert de plek te vinden waar Hij past. Want tenslotte, alles past ergens in.

Toen je als klein kind leefde was dat niet zo. Er waren geen dingen. Er was gewoon de ervaring van het zijn. Van het leven voelen, van het ademhalen en doen. Schreeuwen, verzorging, boeren laten. Dat was allemaal echt. Dat was leven. Dingen zijn niet echt. Dingen zijn een fictie. Ze bestaan ​​niet. We verzinnen ze.

De geboorte van dingen

Hoe kwamen dingen tot aanschijn? Hier volgt wat ik heb gevangen.

In het begin waren er geen dingen. De hele mensheid kende het leven net als een klein kind, zelfs toen ze ouder en wijzer werden. Maar toen kreeg iemand het in zijn hoofd om foto's te maken van alle dingen die hij had. Uiteindelijk, werden foto's glyphs, een handig methode voor communicatie tussen ingewijden. Glyph-liefhebbers - zoals de priesters van het oude Egypte -schiepen duizenden symbolen om alles wat Farao vertegenwoordigde te accumuleren. Al snel sijpelde het idee door in de gesproken taal, maar ook: de idee van een "ding" - een statische momentopname van een wat het ook mag zijn in een bevroren moment van de tijd. "Spul" was geboren. En de wereld werd nooit meer hetzelfde.

Bewijs? Omdat in het oude, bijbelse Hebreeuws, is er geen woord voor spullen. Of ding. Of voorwerp of iets dergelijks. In het oer-Hebreeuws, zeg je niet: "Hé, waar is dat ding dat ik hier heb neergezet?" Je zegt: "Waar is het gewenste (Chefetz) dat ik hier heb neergezet?" Je zegt niet: "Wat is dat ding?" - je zegt: "Wat is dat woord?" Dat is de dichtst mogelijke manier om het idee van het ding te krijgen: een woord. Alle werkelijkheid is gemaakt van woorden. Kijk in het scheppingsverhaal: Het geheel van hemel en aarde is niets anders dan woorden.

In een taal als het Engels, zijn zelfstandige naamwoorden de meesters en werkwoorden zijn hun slaven, samen met de bijvoeglijke naamwoorden en bijbehorende vormen dansen zij om hen te dienen. In het Hebreeuws, regeren de werkwoorden. Groot, klein, wijs, dwaas, koning, priester, oog, en oor klinken allemaal als dingen, maar in het Hebreeuws zijn ze vormen van werkwoorden. In feite, volgens Rabbi Isaiah Horowitz (1560? - 1630), auteur van het klassieke Shnei Luchot HaBrit (Twee tafels van het Verbond), is alles in het Hebreeuws echt een werkwoord. Alles is een evenement, een gebeurtenis, een proces - stromend, bewegend, nooit statisch. Net als toen je een klein kind was. 1)

In het Hebreeuws, is er niet eens een tegenwoordige tijd. Er zijn deelwoorden, maar het idee van een tegenwoordige tijd ontstond pas later. In het echte Hebreeuws, is nooit iets "is" - alles is in beweging.

Dat klopt, want Hebreeuws was niet in hiërogliefen geschreven. Hebreeuws was de eerste taal die we kennen en die werd geschreven met symbolen die klanken vertegenwoordigen en geen dingen. Met het Hebreeuwse alfabet - de moeder van alle alfabetten - zie je geen dingen maar zie je klanken. Ook het proces van het lezen is anders: als je hiërogliefen leest, maakt de volgorde niet zo veel uit. Je rangschikt ze gewoon op basis van wat je ziet en alles is er. Zelfs de moderne Chinese symbolen kunnen in elke richting worden geschreven. Met een alfabet is opeenvolging alles. Niets heeft betekenis op zichzelf. Alles stroomt.

Bemachtig de stroom

De stroom is echt. Dingen zijn niet echt. Vraag een fysicus: hoe meer we dingen onderzoeken - wat zij materie noemen - hoe meer we zien dat het er niet is. Het enige dat echt is zijn gebeurtenissen: golven, trillingen, energie. Het leven is een concert, geen museum.

Denk aan het schrijven van muziek, in tegenstelling tot het schilderen van een portret. De portretschilder doet een stap terug en aanschouwt zijn kunst, het is nog steeds de vertolking van een bevroren moment - en hij aanschouwt het allemaal in een keer. Dan vraagt ​​hij zijn model beleefd om terug te keren naar de houding van wat nu is uitgegroeid tot de belangrijkste werkelijkheid, het portret. Een portret van dat wat is, maar nooit was.

Een componist kan dit niet doen. Je kunt niet een moment van muziek bevriezen - het verdwijnt zodra je iets dergelijks probeert te doen. Net zoals de fictieve dingen die ze materie noemen: Bevroren tot het absolute nulpunt, zonder energie, zonder beweging, het bestaat niet langer. Want in waarheid, alles wat bestaat is de stroom van het zijn.

De Naam

De stroom van het zijn: nu heb je God gevonden. In feite is in het Hebreeuws dat zijn naam. Gods naam is een serie van vier letters die alle vormen van het werkwoord van alle werkwoorden uitdrukt: het werkwoord zijn: is, was, zijnde, zullen, om te zijn, waardoor te zijn, zou moeten zijn - al deze vormen bestaan uit die vier letters van de naam van God. Toen Mozes God naar zijn naam vroeg zei Hij, "Ik zal dat zijn die ik zijn zal."

In onze moderne talen werkt dat niet. We vallen al snel weer opnieuw in de val van de dingen. Wie is God? Wij antwoorden: "Hij is Degene die was, is en zal zijn."

Daar gaan we weer met de "wat is" business. Nee, God is niet een ding dat is of was of zal zijn. God is zijn zelf. Oh! De frustratie van de taal. We hebben nieuwe woorden nodig: Is-ing. Is-ness. Is-ingness. Is-ifying. Is-ifier. In het Hebreeuws kun je het werkwoord zijn op deze manieren en meer vervoegen. Misschien zullen we op een dag hetzelfde in het Engels doen. Tot dan zijn we net als kunstenaars die pastel kleuren gebruiken om Rembrandt te imiteren; of als muzikanten die proberen een middeleeuwse melodie in een getemperd C Major te spelen.

En het bewijs: We stellen vragen die alleen in het Engels zinvol zijn, maar in het Hebreeuws ronduit absurd. Zoals "Heeft God bestaan?" In het Hebreeuws, is dat een tautologie, zoiets als het equivalent van "Is het bestaan ​​bestaan?"

Er is geen noodzaak om in deze God te "geloven" - als je weet waar we het over hebben, je weet het gewoon. Je weet ook dat er niets anders is dan deze God - wat is er dat buiten is-ness bestaat?

Want geloof en overtuiging zijn gereserveerd voor grotere dingen. Zoals geloven dat deze grote Is-ness dat is-ifies alles dat is-es zorgt, weet, medelijden heeft, daaraan kan worden gerelateerd. Met andere woorden, zeggen dat de werkelijkheid een zorgzame ervaring is. Waardoor het zeggen dat mededogen echt is, het doel echt is en het leven echt is wordt gereduceerd. Dat is iets wat je moet geloven. Maar het bestaan van God ​​- zoals de meeste ideeën waarover mensen ruzie maken - dat is gewoon een kwestie van semantiek.

Houd het simpel: Je wordt 's ochtends wakker nog voor de koffie er is. Werkelijkheid. Bestaan. Niet "de dingen die bestaan", maar het bestaan ​​zelf. De stroom. De oneindige stroom van licht en energie. Van het zijn, van het bestaan. Denk eens aan heel die stroom van is-ingness allemaal in een enkel, perfect, eenvoudig punt. Ga daar naar binnen, communiceer er mee, spreek ermee, word er één mee- dat is God.

Voetnoot.

1) Shnei Luchot HaBrit, Toldot Adam, Bayit Acharon 12.

Door Tzvi Freeman

Bron: What is God?

Studiecentrum voor Noachieten uit de vier windhoeken.

Aantekeningen

Home Malben

Begrippenlijst

printer

Emuna is het standvastig geloof in een enige, soevereine, alwetende, welwillende, geestelijke, bovennatuurlijke en almachtige Schepper van het universum, die wij God noemen. Emuna bestaat uit drie niveaus: Niveau één is het geloof in de Goddelijke Voorzienigheid; Niveau twee is het geloof dat Hashem alles doet wat het beste voor ons is; Niveau drie is het geloof dat Hashem alles doet met een specifiek doel. Deze thesen zijn nader uitgewerkt in het boek "The Garden of Emuna".

Hashem betekent letterlijk: "de Naam" is een vervangende term voor de Almachtige zodat wij niet riskeren Gods naam ijdel te gebruiken.

Tora is letterlijk "instructie"; Er zijn twee betekenissen. De vijf boeken van Mozes zijnde Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium en meer in het algemeen verwijst het naar de Joodse leer en wat wij ten onrechte het Oude Testament noemen.