Italië

  1. 40
  2.  
  3. 314
  4.  
  5.  
  6. 1021
  7.  
  8.  
  9.  
  10.  
  11.  
  12.  
  13.  
  14. 1060
  15.  
  16.  
  17.  
  18. 1179
  19.  
  20.  
  21.  
  22.  
  23.  
  24.  
  25. 1215
  26.  
  27.  
  28.  
  29.  
  30.  
  31. 1216
  32.  
  33.  
  34.  
  35.  
  36.  
  37. 1232
  38.  
  39.  
  40.  
  41. 1267
  42.  
  43.  
  44.  
  45. 1268
  46. 1475
  47.  
  48.  
  49.  
  50.  
  51.  
  52.  
  53.  
  54.  
  55.  
  56.  
  57.  
  58. 1495
  59. 1516
  60. 1517
  61.  
  62. 1541
  63. 1545
  64.  
  65.  
  66. 1555
  67.  
  68.  
  69.  
  70.  
  71.  
  72. 1559
  73.  
  74.  
  75.  
  76.  
  77.  
  78.  
  79.  
  80. 1593
  81.  
  82.  
  83. 1829
  84.  
  85. 1846–1878
  86.  
  87. 1938
  1. Claudius verbant de Joden uit Rome, omdat er een ruzie plaatsvond tussen de orthodoxe Joden en de Christen – Joden.
  2. Rome verplicht het vasten tijdens de Sabbat om de Sabbatsviering onmogelijk te maken. Dit werd door paus Silvester voor het eerst ingevoerd en in 402 heeft paus Innocentius dit verplicht.
  3. Rome wordt op Goede Vrijdag door een aardbeving getroffen. De Joden krijgen de schuld. Men beweert dat de Joden een spijker door een hostie hebben geslagen. Deze leugen van heiligschennis zal veel Joden het leven kosten. Na te zijn gemarteld worden ze op de brandstapel verbrand. De jaren daarop volgden pogroms in verschillende steden, soms als gevolg van de bekende laster verhalen, namelijk dat Joden uit een kerk de hostie zouden hebben gestolen om die door een spijker te ontheiligen. Het “ontheiligen” van de hostie wordt in de komende eeuwen in heel Europa de reden om duizenden Joden te doden.
  4. Petrus Damiani, een Italiaanse kerkleraar, schrijft in twee traktaten dat de God van de TeNaCH (OT) een wrede God is dat Hij is opgevolgd door de liefhebbende God van het B´rit Chadashah (NT). Hiermee geeft hij de kruisvaarders argumenten om op grote schaal Joden te vervolgen en te vermoorden.
  5. Het 3e Lateraanse Concilie (paus Alexander III) zegt dat de Joden geen christelijk personeel mogen hebben en dat de getuigenis van een christen tegen een Jood altijd geldig is. Verder wordt het christenen verboden rente van elkaar te vragen n.a.v. Deuteronomium 23:19 en 20. Omdat de Joden een monopoliepositie hadden op kredietverstrekking, zet dit kwaad bloed bij de christenen. De rente is in deze periode hoog vanwege de economische en politieke onzekerheid waarin de Joden zich bevinden!
  6. Het 4e Lateraanse Concilie (paus Innocentius III) zegt dat de Joden zich aan een kledingcode moeten houden om zich van de christenen te onderscheiden. Dit Concilie bepaalt tevens dat Joden niet aan de universiteiten mogen studeren, uit hun publieke functies ontheven dienen te worden, dat Joden geen zaken mogen doen met christenen die zich niet aan de regels van de kerk houden en een tot het christendom "bekeerde Jood" mag geen enkele Joodse rite meer uitvoeren.
  7. Paus Honorius III (Cencio Savelli) stichtte de nieuwe orde der predikbroeders (ordo fratrum praedicatorum), de dominicanen, gesticht door de heilige Dominicus Guzman. Er kleeft veel bloed aan de handen van deze orde. Naast hun kruistocht tegen de ketters die zij in Zuid Frankrijk hebben gehouden, werden de Joden niet vergeten. In deze orde wordt het woord in daad omgezet. Daarbij preekt men tegen de Joden en men schrijft anti-Joodse geschriften.
  8. Het begin van de geformaliseerde Inquisitie (inquisitio = onderzoek; Inquisitio haereticae pravitatis: rechtbank voor ketters; Heilig Officie) door paus Gregorius IX tegen ketters en Joden. Er wordt door historici geschat dat als gevolg hiervan 50.000 Joden zijn vermoord.
  9. Paus Clemens IV geeft een bul uit die de Turbato Corder heet. De bul houdt in, dat de autoriteit van de inquisitie wordt uitgebreid over de proselieten (mensen die zich tot het Jodendom bekeren), over christen Joden die terugkeren tot het Jodendom en christenen die zich tot het Jodendom bekeren.
  10. In Trani worden Joodse gemeenten vernietigd.
  11. Een christelijk kind, genaamd Simon, verdwijnt op 21 maart in Trente (Italië) wanneer hij drie jaar oud is. Prins-bisschop Johannes IV Hinderbach beschuldigt de Joden: tweeling Samuel en Saligman, Tobias, Vitalis (Veitel), Moses, Israël en Mayr. Men martelde deze Joden in de kerkers van het Buonconsiglio kasteel. Na vele keren ernstig gemarteld te zijn, geven zij de valse beschuldigingen toe, namelijk dat zij Simon geslacht zouden hebben voor hun Pesachfeest. Ze krijgen de marteldood opgelegd en belanden op de brandstapel. Hun synagoge wordt verbrand en op die plek wordt ter nagedachtenis aan Simon een kapel gebouwd. In 1582 wordt dit kind onder paus Sixtus V heilig verklaard (Sint Simonino). Pas in 1964 wordt er tijdens de Heilige Congregatie der Riten te Rome de heiligverklaring ingetrokken, doordat de Rooms Katholieke Kerk na honderden jaren eindelijk toegeeft dat de Joden vals beschuldigd zijn.
  12. Verbanning van de Joden uit Sicilië.
  13. Italiaanse Joden moeten in getto's wonen. Eerste getto in Venetië.
  14. Voor de eerste keer wordt de Cum Nimis Absurdum gepubliceerd. Het is uiteraard anti-Joods. Zie ook 1555.
  15. Napels verbant haar Joden. Tien jaar later uit Genua en Venetië.
  16. De Romeinse Inquisitie verbiedt christenen de Talmoed te lezen of te drukken. Joodse huizen worden doorzocht op Talmoedische boeken. De gevonden boeken worden in beslag genomen. De Joden moeten in Italië een gele hoed dragen.
  17. Paus Paulus IV maakt Cum Nimis Absurdum (1517) officieel. De bepaling houdt het volgende in: alle Joden in de steden van de Kerkelijke Staat moeten naar ghetto's worden verbannen en daarin worden opgesloten. Deze Joden-bul zegt dat Joden alleen in lompen mogen handelen, een gele hoed moeten dragen en absoluut geen bezittingen mogen hebben. In de synagogen mogen uitsluitend missionarissen preken.
  18. De Inquisitie van de Rooms Katholieke Kerk geeft haar Index Librorum Prohibitorum uit. Dit is een lijst van door de kerk verboden boeken. In de hel zou een gesloten afdeling van een kloosterbibliotheek bestaan, waarin de door het kerkelijk gezag verboden boeken opgeslagen worden. Uiteraard waren er veel Joodse boeken op die lijst vermeld. Ondertussen verbrandde men 12.000 boeken en handschriften. Tot 1966 zijn er steeds nieuwe edities van de Index Librorum Prohibitorum uitgegeven. In Cremona wordt de bibliotheek van de Joodse school vernietigd.
  19. Paus Clemens VIII verbant de Joden uit de kerkstaat. Alleen in Rome, Ankona en Avignon worden zij geduld. Waar de Joden elders op pauselijk gebied werden aangetroffen, maakt men hen tot galeislaven.
  20. De eerste opleidingsschool voor rabbijnen wordt in Padua opgericht. Deze stad is rijk aan kennis van de Talmoed en de Haskala (verlichting).
  21. Onder Paus Pius IX worden in de kerkstaat alle vroegere uitzonderingswetten tegen de Joden opnieuw ingevoerd.
  22. In Italië wordt het ritueel slachten verboden en worden huwelijken tussen Joden en Ariërs verboden. Het ritueel slachten was in 1937 al in Zweden verboden.