BSD

Wat gebeurt er na onze dood?

dood

Een van de fundamentele overtuigingen van het Jodendom is dat het leven niet begint met de geboorte, noch eindigt met de dood. Dit is verwoord in het vers in Prediker, "En het stof keert terug naar de aarde zoals het was, en de geest keert terug naar God, die hem gegeven heeft." 1)

De Lubavitcher Rebbe wees er vaak op dat een basiswet van de fysica (bekend als de eerste wet van de thermodynamica) stelt dat er geen energie ooit "verloren" gaat of wordt vernietigd; het neemt alleen een andere vorm aan. Als dat het geval is met de fysieke energie, hoeveel te meer dat met een spirituele entiteit, zoals de ziel, waarvan het bestaan ​​niet wordt beperkt door tijd, ruimte, of één van de andere afbakeningen van de fysieke toestand. Zeker, de spirituele energie in de mens is de bron van het zien en het gehoor, de emotie en het intellect, wil en bewustzijn houdt niet op te bestaan ​​omdat het fysieke lichaam opgehouden is te functioneren; integendeel, het gaat van de ene vorm van bestaan ​​(het fysieke leven zoals uitgedrukt in het handelen via het lichaam) naar een hoger, uitsluitend spirituele vorm van het bestaan.

Hoewel er tal van stadia voorkomen in de reis van de ziel, kunnen deze over het algemeen worden onderverdeeld in vier algemene fasen:

  1. Het gehele spirituele bestaan ​​van de ziel voordat het in het lichaam komt;
  2. Het fysieke bestaan;
  3. Het post-fysieke leven in Gan Eden (de "Tuin van Eden", ook wel "Hemel" en "Paradijs" genoemd);
  4. De "wereld die komt" (olam haba) die volgt na de opstanding uit de doden.

Wat zijn deze vier fasen, en waarom zijn alle vier nodig?

Te zien of niet te zien: de vrije wil paradox

Zoals uitvoerig in de chassidische leer werd besproken 2), is het uiteindelijke doel van de ziel vervuld gedurende de tijd die hij in deze fysieke wereld besteedt, om deze wereld tot "een woonstede voor God"te maken door het vinden en het uitdrukken van Goddelijkheid in het dagelijks leven, door de vervulling van de mitswot - geboden.

Maar voordat onze daden in deze wereld ware betekenis hebben, moeten ze het product zijn van onze vrije wil. Wanneer we de kracht en de schoonheid van de Goddelijke aanwezigheid ervaren, die we in de wereld brengen met onze mitswot, dan zouden we altijd kiezen wat juist is, en daarmee onze zelfstandigheid verliezen. Het voor de hand liggende wordt robotachtig. Onze prestaties zouden niet van ons zijn, net zomin als het een "prestatie" is dat we drie maaltijden per dag nuttigen en het vermijden om in het vuur te springen.

Daarom wordt deze cruciale fase van ons leven vastgesteld onder de voorwaarden van een bijna totale geestelijke blackout: in een wereld waarin de goddelijke werkelijkheid verborgen is, waarin ons doel in het leven niet duidelijk is; een wereld waarin "alle zaken hard en slecht zijn, en goddeloze mensen de overhand hebben." 3) In zo'n wereld, zijn onze positieve en Goddelijke acties echt onze eigen keuze en prestatie.

Aan de andere kant echter, hoe zou het uberhaupt mogelijk zijn om het te ontdekken, en naar goedheid en waarheid, onder zulke omstandigheden, te handelen? Als de ziel ondergedompeld wordt in een dergelijke godloze wereld, en afgesneden is van alle kennis van het goddelijke, met welke middelen zou het ooit het pad van de waarheid ontdekken?

Dit is de reden waarom de ziel in een zuiver geestelijke toestand bestaat voordat het afdaalt in deze wereld. In het pre-fysieke bestaan, wordt de ziel verrijkt met de goddelijke wijsheid, kennis en visie die het zal versterken in zijn strijd om de fysieke werkelijkheid te overstijgen en te transformeren.

In de woorden van de Talmoed: "De foetus in de buik van zijn moeder is de hele Tora onderwezen... Als de tijd komt om te voorschijn te komen in de atmosfeer van de wereld, komt er een engel en slaat het op zijn mond, waardoor het alles vergeet." 4)

Een voor de hand liggende vraag is: Als we zijn gemaakt om het te vergeten, waarom, in de eerste plaats, wordt het ons geleerd? Maar hierin ligt de hele paradox van kennis en keuze: we kunnen de waarheid niet zien, we kunnen het niet eens duidelijk weten, maar tegelijkertijd weten we het diep van binnen. Diep genoeg, zodat we kunnen kiezen het te negeren, maar ook diep genoeg, waar we ook zijn en wat we ook worden, we kunnen er altijd voor kiezen om het op te graven. Dit, in de uiteindelijke analyse, is de keuze: onze keuze om de kennis die in onze ziel is ingeplant na te streven, of die te onderdrukken.

De wederzijdse uitsluiting van prestatie en beloning

Zo is alles gereed voor fase 2: de tests en de beproevingen van het fysieke leven. De kenmerken van het fysieke - zijn eindigheid, ondoorzichtigheid, egocentrisme, zijn neiging te verbergen wat er achter zit - vormen een zware sluier die vrijwel alle kennis en de herinnering aan onze goddelijke bron verduistert. En toch, diep van binnen weten we wat goed en slecht is. Op één of andere manier weten we dat het leven zinvol is, dat we hier zijn om een ​​goddelijk doel te vervullen; op één of andere manier weten we, wanneer we geconfronteerd worden met de keuze tussen een Goddelijke daad en een niet goddelijke daad, het verschil. De kennis is vaag - een schemerig, onbewust geheugen van een eerdere, geestelijke toestand. We kunnen dat het zwijgen opleggen, of het versterken - de keuze is aan ons.

Al het fysieke is per definitie eindig; inderdaad, dat zorgt voor een verhulling van de oneindigheid van het goddelijke. Inherent aan het fysieke leven is, dat het eindig is in de tijd: het eindigt. Zodra het is geëindigd - zodra onze ziel bevrijd is van zijn fysieke belichaming - kunnen we niets meer bereiken en volbrengen. Maar nu kunnen we eindelijk aanschouwen en voldoening ontlenen aan wat we hebben bereikt.

De twee sluiten elkaar uit: prestatie sluit voldoening uit; voldoening sluit de prestatie uit. Prestatie kan alleen plaatsvinden in de geestelijke blindheid van de fysieke wereld; voldoening kan alleen plaatsvinden in de omgeving van de geestelijke werkelijkheid, waarin geen keuzes mogelijk zijn.

De Talmoed citeert het vers: "Gij zult de geboden, de verordeningen en de wetten die ik u vandaag gebied, in acht nemen, door ze te houden." 5) "Vandaag te doen", zegt de Talmoed," maar niet om ze morgen te doen. Vandaag doen, en morgen het loon ontvangen " 6) De Vaderen zeggen het als volgt: "Een moment van berouw en goede daden in deze wereld is groter dan alles van de wereld die komt. En een moment van geluk in de komende wereld is groter dan alles van deze wereld." 7)

Het is alsof we een honderd jaar lang kijken naar een orkest dat een symfonie uitvoert op de televisie - met het geluid uitgeschakeld. We keken naar de handbewegingen van de dirigent en de muzikanten. Soms vroegen we: waarom maken de mensen op het scherm, zonder doel, al deze vreemde bewegingen? Soms begrepen we dat er een groot muziekstuk werd gespeeld, maar hoorden geen enkele noot. Na honderd jaar kijken in stilte, kijken we het weer - maar dit keer met het geluid ingeschakeld.

Het orkest zij wijzelf en de muziek - al of niet goed gespeeld - zijn de daden van ons leven.

Wat is de Hemel en wat is de Hel?

Hemel en de hel, waar de ziel na de dood zijn beloning en straf krijgt. Ja, het jodendom gelooft in, en de Joodse traditionele bronnen bespreken uitvoerig: straf en beloning in het hiernamaals (inderdaad, het is een van de "Dertien Beginselen" van het jodendom, opgesteld door Maimonides). Maar dit zijn een heel ander "hemel" en "hel" dan die men vindt beschreven in middeleeuwse christelijke teksten. De hemel is niet een plaats van aureolen en harpen, noch is de hel bevolkt door die rode wezens die met hooivorken worden afgebeeld op het etiket van het niet-koosjer vlees in blik.

Na de dood keert de ziel terug naar zijn goddelijke Bron, samen met alle Goddelijkheid die het heeft "gewonnen" in de fysieke wereld door het voor zinvolle doeleinden te gebruiken. De ziel beleeft nu zijn ervaringen op een ander niveau, en ervaart het goede dat hij volbracht tijdens zijn fysieke leven als ongelooflijk geluk en vreugde, en het negatieve als ongelooflijk pijnlijk.

Deze vreugde en pijn zijn geen beloning en straf in de conventionele zin - in de zin waarin we een crimineel zouden straffen door hem naar de gevangenis te sturen, of een toegewijde werknemer zouden belonen met een bevordering. Het is eerder dat we ons eigen leven ervaren in zijn werkelijkheid - een realiteit waartegen we tijdens onze fysieke levens waren beschut. We ervaren de ware betekenis en het effect van onze acties. Het opendraaien van de volumeknop op het tv-toestel met het symfonieorkest kan intens plezierig, of intens pijnlijk zijn 8) - afhankelijk van de manier waarop we de muziek van ons leven speelden.

Wanneer de ziel uit het lichaam vertrekt, is het aan de hemelse rechtbank een "oordeel en rekenschap" te geven van zijn aardse leven. 9) Maar het hemelse hof geeft alleen het deel "rekenschap"; het "oordeel" deel, kan alleen de ziel zelf over zichzelf geven. 10); alleen hij kan de ware omvang weten en voelen van wat hij bereikt heeft, of veronachtzaamd heeft te bereiken, gedurende zijn fysieke leven. Bevrijd van de beperkingen en verhullingen van de fysieke toestand, kan hij nu Goddelijkheid zien; hij kan nu terugkijken op zijn eigen leven en ervaren wat het werkelijk was. De ziel zijn ervaring van de Goddelijkheid die hij met zijn mitswot en positieve daden in de wereld bracht is het volmaakte genot van Gan Eden (de "Tuin van Eden" - het Paradijs); zijn ervaring van de destructiviteit die hij heeft aangericht door zijn fouten en overtredingen is de ondraaglijke pijn van Gehinnom ("Gehenna" of "Vagevuur").

De waarheid doet pijn. De waarheid reinigt en geneest ook. De geestelijke pijn van Gehinnom - de pijn van de ziel bij het zien van de waarheid van zijn leven - reinigt en geneest de ziel van de geestelijke vlekken en vlekken die zijn tekortkomingen en wandaden eraan hebben gehecht. Bevrijd van deze schil van negativiteit, is de ziel nu in staat om optimaal te genieten van het onmetelijke goed dat zijn leven heeft veroorzaakt, en kan zich "koesteren in de goddelijke straling" uitgezonden door de Goddelijkheid die hij in de wereld bracht.

Want een Goddelijke ziel brengt veel meer goed in zijn leven voort dan kwaad. De kern van de ziel is onvervalste goedheid; het goede dat we te bereiken is oneindig, het kwaad echter ondiep en oppervlakkig. Dus zelfs de meest goddeloze zielen, zeggen onze wijzen, ervaren ten hoogste twaalf maanden de Gehinnom, gevolgd door een eeuwigheid van de hemel. Bovendien kunnen de ervaringen van een ziel in het Gehinnom, hier op aarde verzacht worden door de daden van zijn of haar kinderen en geliefden. Het kaddish zeggen en het doen van andere goede daden "ten gunste van" en "voor de verheffing van" de vertrokken ziel betekent dat de ziel in feite positief blijft handelen in de fysieke wereld, dit toevoegend aan de goedheid van zijn fysieke leven. 11)

De ziel, van zijn kant, blijft betrokken bij het leven van degenen die hij achterlaat na het vertrek uit het fysieke leven. De ziel van een ouder blijft waken over het leven van zijn of haar kinderen en kleinkinderen, om trots (of pijn) te ontlenen aan hun daden en prestaties en om namens hen te bemiddelen voor de hemelse troon; hetzelfde geldt voor degenen aan wie een ziel met banden van liefde, vriendschap en gemeenschap verbonden was. In feite, omdat de ziel niet langer wordt ingesnoerd door de beperkingen van de fysieke toestand, is zijn relatie met zijn dierbaren, in veel opzichten, nog dieper en meer van betekenis dan voorheen.

Echter, terwijl de heen gegane ziel bewust en op de hoogte is van alles wat er in de levens van zijn dierbaren gebeurt, zijn de zielen die nog in de fysieke wereld zijn beperkt in wat ze kunnen waarnemen via de vijf zintuigen van hun fysieke lichaam. We kunnen invloed hebben op de ziel van een overleden dierbare via onze positieve daden, maar we kunnen er niet mee communiceren door de conventionele middelen (spraak, zicht, fysiek contact, etc.) die, voorafgaand aan het overlijden, bepaalden hoe we met elkaar omgingen. De Tora verbiedt immers uitdrukkelijk de afgodische praktijken van de dodenbezwering, het communiceren met een dode via een medium en soortgelijke pogingen om "contact te maken" met de wereld van de doden.

Reïncarnatie: Een tweede Ronde

Elke individuele ziel is "verzonden" naar de fysieke wereld om zijn eigen individuele missie te volbrengen. Als Joden, hebben we allemaal dezelfde Tora met dezelfde 613 mitswot; maar ieder van ons heeft zijn of haar eigen uitdagingen, verschillende talenten en vermogens en bijzondere mitswot die de kern van zijn of haar missie in het leven vormen.

Soms kan een ziel zijn missie niet in een enkel leven volbrengen. In dergelijke gevallen keert hij terug naar de aarde voor een "tweede ronde" om zijn taak te voltooien. Dit is het concept van gilgoel neshamot - meestal aangeduid als "reïncarnatie" -uitvoerig besproken in de leer van Kabbalah. 12) Daarom voelen we ons vaak sterk aangetrokken tot een bepaalde mitswa of zaak en maken die tot het middelpunt van ons leven, en wijden ons hieraan met een schijnbaar onevenredig deel van onze tijd en energie: het is onze ziel die wordt aangetrokken door de "ontbrekende stukjes" van ons goddelijk voorbestemde doel. 13)

De Komende Wereld

Net zoals de individuele ziel drie fasen doorloopt - voorbereiding voor zijn missie, de missie zelf, en de daaropvolgende fase van tevredenheid en beloning - zo, gaat het ook met de schepping als geheel. Een keten van spirituele "werelden" gaan vooraf aan de fysieke realiteit, om het te dienen als een bron van goddelijke vitaliteit en kracht. Dan komt het tijdperk van de olam hazeh ("deze wereld"), waarin het goddelijk doel van de schepping wordt uitgespeeld. Tot slot, nadat, de mensheid als geheel zijn missie om van de fysieke wereld een "woonplaats voor God" te maken, heeft voltooid, komt het tijdperk van de universele beloning -de "komende wereld" (olam haba).

Er is een groot verschil tussen de "wereld van beloning" in Gan Eden voor de individuele ziel, en de universele beloning van de "wereld die komt". Gan Eden is een spirituele wereld, bewoond door zielen zonder fysieke lichamen; de "wereld die komt" is een fysieke wereld, bewoond door zielen met een fysiek lichaam 14) (hoewel de aard van het fysieke een fundamentele transformatie zal ondergaan).

In de "wereld die komt", zal de fysieke realiteit een zo perfect "huis" zijn en de goddelijke werkelijkheid weerspiegelen zodat het de eindigheid en tijdelijkheid, die het vandaag bepalen, zal overstijgen. Dus, terwijl in de huidige onvolmaakte wereld de ziel pas de "beloning" kan ervaren na het lichaam en het fysieke leven te hebben verlaten, zal in de "wereld die komt" de ziel en het lichaam worden herenigd en samen genieten van de vruchten van hun arbeid. Zo, spraken de profeten van Israël van een tijd waarin allen die gestorven zijn zullen terugkeren tot het leven: hun lichamen zullen worden herschapen 15) en hun zielen zullen worden teruggegeven aan hun lichaam. "De dood zal voor altijd worden verslonden," 16) en "de wereld zal worden gevuld met de kennis van God zoals het water de zeebodem bedekt." 17)

Dit, zal natuurlijk het einde van het "tijdperk van het bereiken" zijn. 18) De sluier van lichamelijkheid, zal worden gezuiverd om de transparantie te voltooien, om de waarheid van God niet meer te verbergen, maar eerder uitdrukken en onthullen op een nog dieper gaande manier dan de meest verheven spirituele werkelijkheid. Goedheid en Goddelijkheid zullen ophouden om iets te zijn wat we doen en bereiken, want het zal zijn wat we zijn. Onze ervaring van goedheid zal absoluut zijn. Lichaam en ziel beide, herenigd als ze waren voordat ze werden gescheiden door de dood, zullen in zich dragen al het goede dat we bereikten met onze vrij gekozen daden in de uitdagingen en verhullingen van het fysieke leven.

Voetnoten

8 Zo spreken de wijzen van een "Gehinnom van vuur", waarin we de volledige destructieve "warmte" van onze illegale verlangens ervaren, woede en haat; en een "Gehinnom van de sneeuw", waarin we worden blootgesteld aan de "koude" van onze momenten van onverschilligheid ten opzichte van God en onze medemensen.
9 Ethiek van de Vaderen 3:1, e.a.
10 Rabbi Israel Baal Shem Tov.
11 Dit is de reden waarom er een grotere nadruk ligt op het reciteren van het kaddish en andere daden voor de verheffing van een overleden ziel in het eerste jaar na zijn dood.
12 Sterker nog, de Kabbalisten zeggen dat in deze dagen - na bijna zesduizend jaar menselijke geschiedenis een "nieuwe" ziel een zeldzaamheid is; de overgrote meerderheid van ons zijn gereïncarneerde zielen, teruggekeerd naar de aarde om de lacunes van een vorig leven te vullen.
13 Voor meer informatie over dit onderwerp, zie onze artikelen over reïncarnatie. NB. Vertaler: Ik heb deze niet kunnen vinden.
14 Dit is eigenlijk een kwestie van een geschil tussen twee grote joodse denkers en Torah autoriteiten, Maimonides en Nachmanides; de leer van de kabbala en chassidisme volgt de aanpak van Nachmanides, die de ultieme beloning ziet gebeuren in een wereld van zielen met een lichaam.
15 Interessant is dat lang voor de ontdekking van de genetica en het DNA, de Talmoed vertelt over een klein, onverwoestbaar bot in het lichaam, luz genaamd, van waaruit het hele lichaam zal worden "herbouwd".
16 Jesaja 25:8.
17 Ibid. 11:9.
18 De Talmoed gaat zelfs zo ver om het vers Prediker 12:1 te citeren: en verklaren, "Er zullen jaren komen dat je zult zeggen: ik vind er geen vreugde in,"en verklaren: "Dit verwijst naar de dagen van de Messiaanse tijd, waarin noch verdienste noch verplichting is."(Talmoed, Shabbat 151b).

Door Shlomo Yaffe en Yanki Tauber. Bron: What Happens After We Die?

Studiecentrum voor Noachieten uit de vier windhoeken.

Aantekeningen

Home Malben

Begrippenlijst

printer

Emuna is het standvastig geloof in een enige, soevereine, alwetende, welwillende, geestelijke, bovennatuurlijke en almachtige Schepper van het universum, die wij God noemen. Emuna bestaat uit drie niveaus: Niveau één is het geloof in de Goddelijke Voorzienigheid; Niveau twee is het geloof dat Hashem alles doet wat het beste voor ons is; Niveau drie is het geloof dat Hashem alles doet met een specifiek doel. Deze thesen zijn nader uitgewerkt in het boek "The Garden of Emuna".

Hashem betekent letterlijk: "de Naam" is een vervangende term voor de Almachtige zodat wij niet riskeren Gods naam ijdel te gebruiken.

Tora is letterlijk "instructie"; Er zijn twee betekenissen. De vijf boeken van Mozes zijnde Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium en meer in het algemeen verwijst het naar de Joodse leer en wat wij ten onrechte het Oude Testament noemen.